Politicus met een handicap zonder handicap

Politicus met een handicap zonder handicap

Jan Tondeleir trekt bij de gemeenteraadsverkiezingen de sp.a plus-lijst in Wetteren. Zijn speerpunten worden kinderarmoede en burgerparticipatie. Hij gebruikt zelf een rolstoel, maar dat is niet meer dan een gegeven. “Ik leef al dag in dag uit met mijn handicap, ik ga daar politiek niet ook nog eens de hele tijd op focussen.”

De 60-jarige Jan Tondeleir is wat je een doorduwer zou kunnen noemen. Hij was amper 19 toen hij na een ongeval zijn rug brak en verlamd werd aan het onderlichaam. Hij neigde ernaar de moed op te geven en zich te laten gaan, maar herpakte zich op tijd. Hij werd actief in Oxfam Wereldwinkels in Wetteren en sloot zich terug aan bij de scouts, later werd hij ook politiek actief. Op zijn 28ste leerde Jan zijn vrouw kennen. Intussen hebben ze samen een 23-jarige zoon die op moment van interview zijn examenresultaten zat af te wachten. “Ik had destijds opgegeven ooit nog een vrouw te vinden en een gezin te stichten, maar kijk, het is dan toch gelukt en het is het mooiste wat me is overkomen. Wat zij in mij gezien heeft, dat zou je haar moeten vragen.”

Dat deden we niet, dat hoefden we niet. Na een lang gesprek zagen we zelf de eigenheid van Jan Tondeleir bovendrijven. Grip maakte een portret in drie citaten.

"Jij bent geen echte gehandicapte"

Het eerste citaat komt niet van Jan, maar van zijn Wetterse partijgenoten, voor wie zijn handicap nooit een probleem of onderwerp was. “Zij zien dat niet, het doet er voor hen niet toe. De mensen vergeten ook dat ik een rolstoel heb, zeker als ze met mij aan tafel zitten. Ik focus mij ook niet op mijn beperking. Het irriteert me als mensen met een handicap die in de politiek stappen zich dan uitsluitend op dat onderwerp gaan focussen. Dat is toch wel wat engetjes, niet? Er is toch wel meer in het leven? Ik leef al dag in dag uit met mijn handicap, ik ga daar politiek niet ook nog eens de hele tijd op focussen.”

“Het is wel zo dat mijn eenvoudige aanwezigheid in de gemeenteraad er voor zorgt dat er aandacht komt voor burgers met een handicap. De andere partijen pikken dat op en nemen dat mee in beslissingen, in de heraanleg van straten of de bouw van het administratief centrum hier in Wetteren. Al moet ik er even snel aan toevoegen dat ze toch ook blijvend zaken vergeten. Ze bouwen zo’n prachtige ondergrondse parking  onder het nieuwe administratieve centrum, maar de deuren gaan dan niet automatisch open. Over dit soort zaken doe ik wel regelmatig tussenkomsten in de gemeenteraad. Zonder dat ik er op focus, heb ik er vanuit mijn situatie wel oog voor en draag ik automatisch bij aan oplossingen, dat is waar.”

Maar dat Jan niet samenvalt met zijn handicap en de deur heeft laten openstaan naar heel andere werelden, zoveel moge duidelijk zijn. “Ik heb ook geen behoefte om me te gaan omringen met mensen met een beperking. Net als binnen de hele bevolking, zitten daar ook ongelooflijke beu-mensen tussen waarmee ik zo weinig mogelijk  te maken wil hebben.”

"Ik heb geen zin om het licht uit te doen"

Het was kantje-boordje of Jan had zijn leven mentaal opgegeven na het ongeval. “Ik heb er een hele tijd niets van gebakken, was nogal rucksichtslos. Je denkt dat je niets meer van je toekomst kan maken, dat je nooit meer aan een lief geraakt. Dat is me wel gelukt en het is het belangrijkste in mijn leven, samen met de geboorte van mijn zoon. Dat ik niet de loopbaan heb gehad die ik voor ogen had, vind ik natuurlijk wel jammer.”

Betaald werk heeft hij dan misschien niet, maar dat is niet al wat telt. Jan maakte een vuist en leverde zijn bijdrage aan de samenleving. Hij werd actief bij Oxfam Wereldwinkels en de scouts, was een tijd lang coördinator bij 11.11.11-actie en is momenteel ziekenfondsvrijwilliger bij Bond Moyson en vrijwilliger bij Grip.

Politiek volgde hij een parcours dat zich links van de hoofdbaan bevond, met de nodige bulten in het wegdek. In 1992 startte hij met een paar vrienden een afdeling van Agalev (het toenmalige Groen, red.) in Wetteren. “De socialisten moesten ons toen niet hebben, zij waren toen nogal conservatief in Wetteren. We hadden zelf geen volledige lijst en één verkozen gemeenteraadslid.”

“In 2000 kwam er een lokaal kartel tussen de toenmalige SP en Agalev, maar ik vond dat ze toen niet met de juiste dingen bezig waren. Ik was teleurgesteld, ik vond dat ik niet op mijn merites gezien werd, werd te veel aan de kant geschoven en liet mijn engagement in 2003 uitdoven. Ik ben niet iemand die op tafel springt, maar je moet ook wel een beetje met mij rekening houden.”

Maar opnieuw bleek Jan Tondeleir een aanhouder te zijn. “In 2007 raakte ik betrokken bij sp.a, via Spirit toen. En dat klopte ook wel: ik was bij Agalev altijd al ‘ne rooie’, met veel oog voor sociale uitsluiting. Ik vind het tegelijk een interessante positie om binnen een rode partij de groene thema’s onder de aandacht te houden. Destijds was daar nog werk aan, het was toen een gesloten club met weinig ruimte voor externe ideeën.”

Jan zette zich met zijn keuze voor de socialisten niet bij de winnende club, zoveel is duidelijk. Terwijl Groen vandaag in Wetteren drie zetels heeft, moeten de socialisten het met één zetel stellen, bezet door Jan zelf. “We hopen op 14 oktober een tweede zetel binnen te halen. We zetten vooral in op kinderarmoede, die in Wetteren is gestegen van 9 procent in 2012 tot liefst 17,5 procent in 2017. De stad heeft geïnvesteerd in stenen, en ik heb dat ook gesteund, maar het is hoog tijd om in mensen te investeren! We willen ook inzetten op burgerparticipatie, waarbij je een bepaald budget ter beschikking stelt aan de bevolking om zelf in hun wijk te besteden.”

Het vuur brandt duidelijk bij Jan, ondanks de prangende situatie waarin hij zich met de socialisten bevond. “Op een gegeven moment waren we nog met vier man binnen de partij. Je kunt dan natuurlijk opgeven, maar dat wil ik niet. Ik heb geen zin om het licht uit te doen.”

"Dwarsliggers doen de treinen rijden"

De keuze van zijn vrouw beginnen we steeds meer te begrijpen. Jan is er de man niet naar zich bij de dingen neer te leggen en zich te laten doen. Dat vertolkt zich in zijn kracht om het leven op te pakken na zijn ongeval, in zijn engagement voor de maatschappelijke zaak, in de ijver om door te zetten met een partij die van ooit 47 procent naar 6,6 procent is geslonken (grotendeels toen hij er nog niet bij was).

“Dwarsliggers doen de treinen rijden”, zegt Jan met een brede glimlach. Hij heeft het dan niet alleen over doorzetten, maar ook over op tafel slaan. Hij laat zich nergens onbetuigd. Hij roert zijn mond in de gemeenteraad, neemt het op voor mensen in armoede en draait niet rond de pot. “Ik ben slecht in wollige uitleg, ik kom graag to the point.”

En zijn punt, dat maakt hij. Daar kan je van op aan. r Terloops, in bijna twee uur gesprek, te midden van een stomende uitleg, ontwaakt in hem die constructieve dwarsligger. Hij merkt het niet eens zelf. Maar wij zagen het, en zijn vrouw moet het gezien hebben. Zoals in die keer dat hij “trammelant is gaan maken” toen de hogeschool logopedie het niet zag zitten om hem te laten studeren, met zijn beperking. Of die keer dat hij zelf naar het ziekenhuis stapte met een degelijk zitkussen voor rolstoelgebruikers dat hij op een beurs had ontdekt. “Ze gebruiken dat nu voor alle patiënten”, zegt Jan. “Voorheen zat ik op een rampzalig kussen.”

Voilà, een dwarsligger dus. Eentje die de treinen doet rijden.

Verberg submenu