Het Kinderrechtencomité trekt aan de alarmbel over inclusie

Het VN-comité voor de rechten van het kind vraagt België dringend meer aandacht te hebben voor inclusief onderwijs en deïnstitutionalisering.
Het Kinderrechtencomité publiceerde vorige week haar slotbeschouwingen voor België (en dus ook de deelstaten) over de implementatie van het VN-Kinderrechtenverdrag. Dit Verdrag waarborgt de rechten van het kind. België tekende het Verdrag in 1991. Bij zijn beoordeling van de kinderrechten in België liet het comité zich kritisch uit over o.a. het gemis van een gecoördineerde benadering van kinderen met een handicap. In het onderwijs en vrijetijdsgebeuren uit zich dat nog te vaak in segregatie.
Kinderrechtencoalitie Vlaanderen, UNICEF Belgium, Kinderrechtencommissariaat, Unia, Myria, Coordination des ONG pour les droits de l'enfant, Défence des Enfants international Belgique, Délégué général aux droits de l'enfant en Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting schreven hun reactie in een gezamenlijk persbericht.
GRIP maakt deel uit van de Kinderrechtencoalitie Vlaanderen en hecht -vanuit mensenrechten, ervaringsdeskundigheid en kwaliteit van bestaan- extra belang aan de situatie van kinderen en jongeren met een handicap. GRIP schreef mee aan o.a. het hoofdstuk Handicap van het alternatief rapport van de NGO's: over de naleving en de toepassing van de rechten van het Kind in België 2018. In een alternatief rapport geven onafhankelijke organisaties objectieve informatie weer; een stand van zaken. Het Kinderrechtencomité baseert zich voor zijn slotbeschouwingen deels op deze alternatieve rapporten.
Een reeks bezorgdheden
Het Comité gaf, naast beschouwingen over de opsluiting van migrantenkinderen en het hoge niveau van kinderarmoede, zijn reflecties over een inclusief een effectief kosteloos onderwijs. Vlaanderen kreeg een oproep om inclusief onderwijs te voorzien voor alle kinderen (“for all”) met een handicap, onder meer door te zorgen voor voldoende individuele ondersteuning.
De slotbeschouwingen over de situatie van kinderen met een handicap die wachten op een zorgbudget (Persoonlijk Assistentiebudget) zijn onverbloemd en glashelder: er is noodzaak aan een omslag in het beleid. Het Kinderrechtencomité trekt aan de alarmbel over inclusie voor kinderen en jongeren met een handicap. “De wachtlijsten lopen op tot meer dan 10 jaar en de budgetten komen niet tegemoet aan de gestelde noden. Gezinnen worden in Vlaanderen te weinig ondersteund in de zorg voor hun kinderen met een handicap, wat leidt tot een hoge mate van institutionalisering”. Het comité betreurt ook dat het Persoons Volgend Budget (PVB als onderdeel van PVF) voor minderjarigen slechts minimaal vanaf 2020 zal worden doorgevoerd.
Bedenkingen van GRIP
GRIP ziet deze slotbeschouwingen tegelijk als een teken aan de wand voor de implementatie van bepaalde artikels uit het Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (VRPH); meer bepaald: artikel 19 zelfstandig leven en deel uitmaken van de maatschappij en artikel 24 onderwijs. Volgend jaar zal de Belgische staat zijn rapport indienen over de stand van zaken rond de implementatie van het VRPH.
Wij hopen dat deze aanbevelingen gehoord worden door politici, (medewerkers van) politieke partijen én beleidsmakers. Na de verkiezingen van mei 2019 zal er een nieuwe regering aan zet zijn. In de vorming van een nieuwe regering en nieuw bestuursakkoord voor Vlaanderen liggen er opportuniteiten voor een degelijke omslag in het beleid; een omslag naar volwaardige inclusie voor kinderen met een handicap!
Gerelateerde artikels









