GRIP bestaat 20 jaar. Maar wat denkt de Vlaming over handicap?

GRIP, de mensenrechtenorganisatie van en voor personen met een handicap in Vlaanderen, is 14 december 2000 opgestart. Naar aanleiding van deze 20ste verjaardag onderzocht GRIP in samenwerking met het onderzoeksbureau Indiville de kijk op handicap. Hier brengen we een paar resultaten, met commentaar van GRIP.
[ Update 2021: bekijk het onderzoeksrapport in pdf hier ]
20 jaar werken aan inclusie en de juiste kijk op handicap
In de voorbije 20 jaar heeft GRIP zich, vanuit de doelstelling “het realiseren van gelijke kansen en rechten via beïnvloeding van de samenleving en de maatschappij” ingezet om onze maatschappij meer inclusief te maken. Een belangrijk aandachtspunt is daarbij steeds de beeldvorming over handicap, wat GRIP benoemt als de kijk op handicap. Om tot een inclusieve maatschappij te komen is er nood aan een juiste benadering van handicap, vanuit het sociaal-mensenrechtenperspectief.
Met een vragenlijst die Indiville in de maand november afnam bij een representatief staal van 1000 Vlamingen, krijgt GRIP een beeld over de kijk op handicap bij de Vlaming. Voor GRIP is het 20 jaar na de oprichting duidelijk dat er nog heel wat werk op de plank ligt om te komen tot die gelijke kansen en gelijke rechten voor alle personen met een handicap.
3 opvallende bevindingen:

1. De meerderheid van de Vlamingen heeft een positief beeld van personen met een handicap. Maar weet daarom nog niet wat het beste is voor personen met een handicap.

Uit het onderzoek:
- 70% van de Vlamingen heeft een positief beeld van personen met een handicap (PMH).
- 75% van de Vlamingen geeft aan op hun gemak te zijn als ze in contact komen met een PMH.
- Positieve gevoelens overheersen: PMH roepen respect (58%), bezorgdheid (53%), bewondering (45%) en sympathie op (41%). Maar er is ook 34% dat medelijden aangeeft en 31% onwennigheid.
- Toch zijn er valse noten. Zo meent 27% van de Vlamingen dat er veel profiteurs zitten onder de PMH die we beter moeten controleren en zou 1 op 10 Vlamingen zeer ongerust zijn moest zoon of dochter thuiskomen met een partner met een fysieke of sensoriële handicap.
Dat de houding van de Vlaming ten aanzien van PMH eerder positief is, stemt GRIP tevreden. Maar we stellen ook vast dat de gemiddelde Vlaming er nog niet aan uit is wat dan het beste maatschappelijk antwoord is.
Uit het onderzoek:
- Mensen met een handicap komen het beste tot hun recht in een speciale instelling: 35% (helemaal) eens en 39% noch eens noch oneens en 20% (helemaal) oneens. Nog eens 6% is onbeslist.
- Het zijn de specialisten en de begeleiding die het best de keuzes maken voor de ondersteuning van PMH: 34% (helemaal) eens en 34% noch eens noch oneens en 24% (helemaal) oneens. Nog eens 8% is onbeslist.
- Ook over wie men het best aanspreekt als een PMH een assistent heeft zijn de meningen nog behoorlijk verdeeld. Zo meent nog steeds 17% dat je het best eerst de assistent aanspreekt.
Om tot gelijke rechten te komen voor PMH is het voor GRIP belangrijk dat positieve gevoelens versterkt worden met de juiste mensenrechtenvisie. Uit het onderzoek blijkt evenwel dat op belangrijke principes uit het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap, zoals zelfregie en inclusie, de Vlaming heel onbeslist reageert.
2. De Vlaming vindt het belangrijk dat er ingezet wordt op personen met een handicap.
Uit het onderzoek:
- 82% van de Vlamingen vindt dat er nood is aan speciale aandacht vanuit het beleid in Vlaanderen voor PMH.
- We zijn ons wel bewust dat PMH gediscrimineerd worden in België - van contact met de buren (41%) tot het vinden van een job (90%).
- 65% van de Vlamingen is er niet akkoord mee dat ondersteuning van PMH moet komen vanuit liefdadigheid eerder dan vanuit algemene belastingen.
GRIP is als zelforganisatie van personen met een handicap natuurlijk tevreden met dit resultaat. Het is evenwel een politieke vraag of het beleid hierin wel de mening van de gemiddelde Vlaming volgt. Maar uit deze bevraging blijkt duidelijk een draagvlak voor maatschappelijke investeringen in de leefsituatie van PMH.
3. Er is nog maar weinig kennis over het VN Handicapverdrag en de rechten van mensen met een handicap.
27% van de Vlamingen weet dat er een VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap bestaat (t.o.v. 78% die het Kinderrechtenverdrag kent). Bij diegenen die het verdrag kennen, is deze kennis eerder laag: 82% van hen geeft aan niet heel goed op de hoogte te zijn van de inhoud.
GRIP is niet echt verwonderd over dit slechte resultaat. In Vlaanderen is er nog veel te weinig aandacht voor de mensenrechten van PMH. En tot op heden heeft de overheid ook nauwelijks geïnvesteerd in sensibilisatie op dat vlak.
Voorzitter Luc Demarez ziet dit zo: “Wanneer wij vanuit de mensenrechten en het VN-Verdrag spreken, worden wij vaak nog aanzien als extremisten. Ook door beleidsmakers die zelf naar het VN-Verdrag verwijzen. Denk maar aan onze standpunten rond inclusief onderwijs of deïnstitutionalisering. Dit wijst erop dat men in Vlaanderen nog een hele weg af te leggen heeft om de rechten van personen met een handicap te respecteren”.
Gerelateerde artikels









