Handboek mediamakers

Toon submenu
Handboek mediamakers

Het handboek voor mediamakers die personen met een handicap correct willen afbeelden en betrekken in hun werk.

Waarom dit handboek?

Het beroep van mediamaker en beeldvorming gaan hand in hand. Of je nu nieuwsanker bent, journalist, cameraman of regisseur, jouw werk bepaalt mee de thema's die leven in de maatschappij en de houding die mensen ertegenover innemen. Een van je doelen is dan ook om de samenleving zo correct mogelijk te weerspiegelen in je werk. Je doet beroep op diverse bronnen en zorgt ervoor dat de mensen die je aan het woord laat een heterogene groep vormen.

Personen met een handicap zijn een van de bevolkingsgroepen die in de media op een representatieve manier aan bod zouden moeten komen. Maar liefst 10% of 1 op de 10 personen in Vlaanderen heeft een handicap of chronische ziekte. Echter, onderzoek toont aan dat slechts iets meer dan 1% van de televisieactoren een observeerbare handicap heeft.[1] Zelfs als we in rekening brengen dat niet elke handicap zichtbaar is, ligt dit percentage erg laag. Ook in de printmedia zijn personen met een handicap nog sterk ondervertegenwoordigd.[2]

Niet alleen de frequentie waarmee personen met een handicap in de media worden afgebeeld komt niet overeen met de realiteit. Zelfs als personen met een handicap aan bod komen, is de manier waarop ze worden weergegeven vaak ongenuanceerd en/of stereotiep. De rollen die ze toebedeeld krijgen zijn meestal beperkt, net zoals de contexten waarin ze optreden. Ga maar na wanneer je voor het laatst een rolstoelgebruiker in een quizpanel zag zitten, een fictiereeks bekeek waarin een blind personage een topfunctie bekleedt of een artikel las waarin iemand met het syndroom van Down vertelt over diens etnische achtergrond. Dat je nu amper voorbeelden vindt, zegt genoeg. 

De gebrekkige weergave van personen met een handicap in de media, reflecteert het gebrek aan kennis over en ervaring met deze doelgroep bij de bevolking zonder handicap.  Hoewel iedereen wel rechtstreeks of via via iemand kent die een handicap heeft, weet men vaak niet hoe best met deze persoon om te gaan, wat diens rechten zijn, diens ideeën, plannen, dromen, eigenschappen… zowel gelinkt aan als los van diens handicap. Personen met een handicap kunnen nog steeds niet op een volwaardige manier aan de maatschappij deelnemen en zijn dan ook op bepaalde levensdomeinen slechts schaars aanwezig. Om dit te veranderen is een inclusief, genuanceerd denken nodig met betrekking tot personen met een handicap onder alle leden van de bevolking. Media(makers) kunnen daar een belangrijke rol in spelen.

[1] Vertoont, S. (2017). Beelden met een beperking: Een kwantitatieve inhoudsanalyse naar de representatie van handicap op primetime televisie in Vlaanderen. Working Paper Film & TV Studies . Ghent: CIMS-Centre for Cinema and Media Studies.

[2] Goethals, T. (2017). Inclusion of Persons with Disabilities in Flanders. A ‘participatory’ research project on personal narratives, the representation of persons with disabilities in the media, and political participation of persons with an intellectual disability. (Doctoral dissertation). Ghent University and the University of Antwerp, Belgium

En wat zit er in voor mij?

Als mediamaker heb je er enkel baat bij om personen met een handicap vaker en op een meer inclusieve manier weer te geven. In de eerste plaats is er het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (VRPH). Hierin wordt de media vermeld als een middel om de bewustwording rond personen met een handicap te bevorderen en om stereotypes en vooroordelen weg te werken. België, dat het VRPH ratificeerde in 2009, werd door het VN-Comité reeds op de vingers getikt, onder meer omdat personen met een handicap nog te vaak “worden voorgesteld als personen met een gebrek en […] onvoldoende […] als burgers die volwaardig deelnemen aan de maatschappij.”[3] De oproep naar concrete beleidslijnen voor een representatieve beeldvorming van personen met een handicap in de media wordt alsmaar luider en het belang hiervan wordt door steeds meer politici erkend.

Naast op beleidsvlak, vormt de correcte beeldvorming van personen met een handicap in de media steeds vaker een aandachtspunt bij televisiemerken en andere contentafnemers, die in toenemende mate voorwaarden stellen aan hun aankopen op vlak van diversiteit (onder andere handicap). Zo hanteert de VRT sinds kort een streefcijfer schermzichtbaarheid van 2% voor mensen met een handicap in haar intern en extern geproduceerde aanbod en zet ze in op een genuanceerde, inclusieve beeldvorming van personen uit deze bevolkingslaag. Ook   vanuit de commerciële zenders is er een groeiende vraag naar producties waarin personen met een handicap aan bod komen.

Bovendien komen ook personen met een handicap zelf steeds vaker op voor hun rechten in de samenleving. Ze willen beschouwd worden als volwaardige burgers en actief lid uitmaken van alle delen van de maatschappij. Als je als mediamaker de vinger aan de pols wil houden, doe je er goed aan rekening te houden met deze 3 evoluties door personen met een handicap zichtbaarder te maken, zowel op het scherm als op papier en dit op een inclusieve, genuanceerde manier. Er is echter nog 1 belangrijkere reden…

Diversiteit is een meerwaarde. Zoals gezegd, wil je als mediamaker een veelheid van stemmen laten weerklinken in je werk. Dit om debatten te openen en verhalen te vertellen die anders erg eenzijdig zouden zijn. Je wilt mensen laten proeven van andere perspectieven dan die van henzelf en hen wegslepen, al is het voor even, van het leventje dat zij als alledaags beschouwen. Personen met een handicap kunnen hier erg impactvol voor zijn. Door de vele zaken die zij vaak al hebben meegemaakt, hebben zij een andere kijk op de samenleving en op wat anderen als normaal beschouwen. Hun ervaring maakt hen - naast al hun niet-handicapgerelateerde kennis en vaardigheden - interessante gesprekspartners, en kan ook fictieve personages net die ene laag extra geven. Zeg nu zelf, een piraat met een houten been is toch zoveel leuker dan een met 2 benen?!

[3] GRIPvzw, 2020. Advies bij de beheersovereenkomst 2021-2025. Brussel. 

Hoe ziet die weergave er dan het best uit?

1. Plaats personen met een handicap niet in afgezonderde contexten waarin verder amper personen zonder handicap aanwezig zijn. Laat hen zien als deelnemers aan de ‘normale’ maatschappij, met daarin een gevarieerde bevolkingsmix.

Bijvoorbeeld: de programma’s Down the road en Cupido ofzo hebben zeker hun waarde, maar nog inclusiever zijn De Mol waarin Christiaan als een man met dwerggroei samen reist met kandidaten zonder een handicap of First Dates waarin naast singles zonder handicap ook singles met het syndroom van Down aan een datepartner worden gekoppeld.

2. Toon personen met een handicap in een veelheid van contexten. Betrek hen in documentaires en reportages maar ook in series, reality tv, talkshows, spelprogramma’s en quizzen,… Laat hen aan bod komen in levensverhalen en biografieën, maar ook in romans, detectives, chicklit…

Bijvoorbeeld: In 2018 nam Fré(derik), een man met een beenprothese, deel aan het survivalprogramma Expeditie Robinson.

3. Gebruik personen met een handicap voor een veelheid van rollen/functies. Denk out of the box en ga voor een journaliste in een rolstoel, een dove weervrouw, een presentatrice met autisme, een roman-/filmpersonage met het chronische vermoeidheidsyndroom…

Bijvoorbeeld: Lucy Martin is al jaren actief op de BBC als eenarmige weervrouw.

Bijvoorbeeld: iets met een clownvis en een onvolgroeide vin… 

4. Wees bewust van de manier waarop je de persoon met een handicap framet. Toon je hem/haar/hen als een slachtoffer, een last, een held, als voer voor de medische wereld, een liefdadigheidsproject…? Zet personen met een handicap vooral neer als ‘gewone’ mensen, met sterktes en zwaktes, goede en minder goede momenten, die ons evengoed iets kunnen leren als wij hen.

Bijvoorbeeld: In het boek "Het wonderlijke voorval met de hond in de nacht'' wordt nergens vermeld dat Christopher, die moeite heeft met het interpreteren van communicatiesignalen en een erg sterk logisch denkvermogen heeft, een autismespectrumstoornis heeft. Daarentegen sleept hij   de lezer het hele verhaal mee in zijn aparte, erg open en observerende manier van speuren. 

5. Het is goed dat personen met een handicap aan het woord worden gelaten als het gaat over handicap als thema. Zij hebben immers als enige de ervaring op dit vlak en vaak ook de expertise. Echter, laat hen ook aan het woord over andere thema’s en toon hen even goed in situaties waarin hun handicap geen centrale rol speelt. 

Bijvoorbeeld: William Boeva presenteert op Ketnet ‘Boeva and the games’ waarin hij met kinderen videogames evalueert zonder dat zijn dwerggroei enig belang speelt.

6. Protagonisten en andere belangrijke personages een handicap laten hebben, heeft als positief effect dat mensen zonder handicap vertrouwd geraken met deze bevolkingsgroep en personen met een handicap een voorbeeld hebben waarin zij zich kunnen herkennen. Echter, even belangrijk is het om mensen met een handicap ‘toevallig’ in beeld te brengen, op de achtergrond als caféganger, toeschouwer, collega, klant…

Bijvoorbeeld: In de serie ‘De Twaalf’ komt sporadisch Mireille in beeld, een collega van een van de hoofdpersonages die in een rolstoel zit.

7. Personen met een handicap zijn meer dan hun beperking. Besteed voldoende aandacht aan intersectionaliteit, ofwel het feit dat zij ook een bepaalde gender, geaardheid, religie, culturele achtergrond, … hebben. Net als iedereen hebben zij een brede identiteit en zijn naast persoon met een handicap ook vader/moeder, broer/zus, … met een job, hobbies, …

Bijvoorbeeld: De serie Special op Netflix, waarin een homoseksuele man met een cerebrale parese zijn geïsoleerde situatie gedag zegt en de regie van zijn leven zelf in handen neemt.

8. Humor en handicap gaan zeker samen. Onthoud wel dat je beter lacht met handicap als fenomeen dan met personen die een handicap hebben, en dat er een verschil is tussen iets grappigs en regelrechte beledigingen. 

Geef eventueel kadering bij je grap en/of probeer te vertrekken vanuit het standpunt van iemand met een handicap en speel in op de onaangepaste maatschappij, op voordelen van een handicap, op dat iedereen wel een handicap heeft… 

Tot slot - en nog het beste dat je kan doen - laat personen met een handicap zelf de grap bedenken/overbrengen. Als er iemand mag lachen om een handicap zijn zij het wel. Bovendien hebben zij vaak een groot relativeervermogen en het grootste arsenaal aan handicapgelinkte grappen.

Bijvoorbeeld: Benidorm bastards waarin ouderen (onder andere met een beperking) aanzetten tot lachen door alle clichés die rond hen bestaan omver te werpen

 Bijvoorbeeld: Het programma Taboe waarin Filip Geubels onder andere lacht met personen met een handicap, maar dit doet op een fijnzinnige manier, met kadering en geregeld met de mogelijkheid voor de personen met een handicap om zelf met grappen af te komen.

9. Probeer voor personages met een handicap in een eerste plaats te werken met personen die ook in de realiteit een handicap hebben. Dit maakt je product zoveel authentieker, zorgt ervoor dat personen met een handicap zich vertegenwoordigd voelen op het scherm en geeft hen de kans deel uit te maken van de televisie-/filmindustrie. Voor hen is het immers vaak niet mogelijk om andere rollen op te nemen. Enthousiasme en talent langs hun zijde is er alvast voldoende. 

Bijvoorbeeld: Tytgat Chocolat waarin acteurs meespelen die het syndroom van Down hebben.

10. Binnen de soorten handicap (fysiek, verstandelijk, zintuiglijk, …) en chronische ziektes (kanker, reuma, chronisch vermoeidheidsyndroom, …) is er een grote diversiteit. Laat deze verscheidenheid terugkomen in je producties en opteer daarbij niet alleen voor personen/ handicaps die goed ogen in beeld. Toon ook personen die minder mediageniek zijn. Het zijn immers zij voor wie de inclusie in de maatschappij en de aanvaarding onder mensen zonder handicap vaak nog het moeilijkst is.

Bijvoorbeeld: De film Wonder over een jongetje dat geboren is met een aandoening in zijn gezicht.

Zijn er goede en minder goede praktijken op vlak van taalgebruik?

Er zijn vandaag heel wat termen gangbaar om te refereren naar personen met een (bepaalde) handicap. Ook de manier waarop over en met hen gesproken wordt, verschilt vaak van de manier waarop over en met personen zonder handicap gesproken wordt. Hierbij een overzicht van de termen en gebruiken die op dit moment het meest respectvol en correct zijn naar personen met een handicap toe:

  • Termen
Gebruik niet Gebruik 
- gehandicapte, invalide, mindervalide, kreupele, pmh, …

- Een persoon met een handicap/persoon met een beperking (ja, ook al is dat lang om te zeggen/schrijven)

Hij/zij/die heeft een handicap/beperking.
autist, dwerg, mongool, …

- Een persoon met autismespectrumstoornis
- Een persoon met dwerggroei
- Een persoon met het downsyndroom/syndroom van Down
- …

Hij/zij/die heeft --

- autisme/dwerggroei/het     
- downsyndroom/dyndroom van Down.

chronisch zieke, blinde, dove/doofstomme, …

Een persoon die chronisch ziek, blind, doof, … is

Hij/zij/die is chronisch ziek, doof, blind.

- rolstoelpatiënt - rolstoelgebruiker
- doventaal, doventolk - Vlaamse gebarentaal, tolk Vlaamse    gebarentaal

 

  • Taalgebruik

- Vermijd betuttelend taalgebruik, gebruik taal die gelijkwaardigheid uitdrukken.

Bijvoorbeeld: Zeg niet “Moet ik u helpen, manneke?” —> Zeg “Kan ik u/je helpen (meneer)?”

- Vermijd termen die een waarde-/vooroordeel ten opzichte van de handicap uitdrukken.

Bijvoorbeeld: Zeg niet “Ze is ‘gekluisterd aan” een rolstoel. “Hij lijdt aan”, “ondanks hun handicap…” —> Zeg “Ze zit in een rolstoel”. “Hij  heeft…”

Als je een tekst schrijft voor een breed publiek hou je deze best zo toegankelijk mogelijk. Dit kan onder andere door:

- Gebruik klare taal: vermijd moeilijke en lange woorden en zinnen; schrijf voor je een afkorting gebruikt het woord zeker 1 keer voluit; splits geen woorden op aan het einde van een regel; ga enkel voor Nederlandse termen; neem eventueel een verklarende woordenlijst op;

- Zorg voor structuur: verdeel de tekst over alinea’s; gebruik duidelijke verbindingswoorden (want, hoewel, zo, in de eerste plaats,…); vermeld in een interview steeds wie aan het woord is; zoek een evenwicht tussen tekst en beeldmateriaal;

- Ga voor een duidelijk lettertype dat voldoende groot is.

TIP: Laat je tekst nalezen door iemand voor wie taal een uitdaging is. Wat vindt die ervan?

Waarop let ik best als ik afspreek met personen met een handicap?

Wanneer je afspreekt met een persoon met een handicap, bijvoorbeeld voor een auditie, interview, opname, … zijn er enkele zaken die je best in acht neemt om het contact vlot te laten verlopen en de persoon met de handicap niet te schofferen. De belangrijkste zijn:

  • Pols op voorhand naar de noden van de persoon met de handicap om volwaardig te kunnen deelnemen: is er nood aan een tolk Vlaamse gebarentaal? Een rolstoeltoegankelijke locatie? Bij een interview: wil de persoon de vragen liever voorbereiden? Gebeurt de bevraging best in levende lijve, via de telefoon, chat, …?
  • Als je op voorhand informatie wil verwerven over de handicap van de persoon met de handicap in kwestie kan je hiervoor best bij de persoon zelf polsen. In een tweede plaats kan je je richten tot verenigingen rond (die specifieke) handicap op het internet. Onthoud bij die laatste optie wel dat de concrete uiting van een handicap verschilt van persoon tot persoon, net zoals de manier waarop met die handicap wordt omgegaan.
  • Help personen met een handicap niet automatisch, maar vraag of ze ondersteuning kunnen gebruiken. Sommige personen appreciëren het erg als je een handje helpt (en hebben dit ook nodig). Anderen zijn gesteld op hun zelfstandigheid en hebben een eigen aanpak om met situaties om te gaan die op het eerste zicht voor henzelf moeilijk of onmogelijk lijken.
  • Richt je in een gesprek in de eerste plaats tot de persoon met de beperking zelf en niet tot diens eventuele assistent, tolk Vlaamse gebarentaal, … Als de persoon met de handicap moeite heeft met spreken of het begrijpen van wat gezegd wordt, kan diens gezelschap helpen om wat gezegd is te herformuleren, het antwoord van de persoon met de handicap aan te vullen of dit desnoods zelf te verwoorden. Let er wel op dat deze persoon dan nog steeds de visie van de persoon met een handicap weergeeft en niet zijn/haar/hun eigen.
  • Een blindengeleidehond mag je niet aaien. Zolang deze zijn jasje aanheeft, is hij aan het werk en mag hij niet afgeleid worden. Hoe hard het ook klinkt, voor de eigen bestwil van de hond en zijn baasje, doe je er het best aan het dier te negeren (al is het voorzien van een bakje water uiteraard altijd een mooie geste).
  • Verwar bij een interview je persoonlijke nieuwsgierigheid niet met journalistieke interesse. Zijn vragen rond het seksleven of toiletgebruik van een persoon met een handicap echt relevant? Zou je die ook stellen als je bevraagde iemand zonder handicap was? Bedenk of dergelijke vragen echt in de context passen en laat ze zo niet gewoon achterwege.

Hoe kom ik in contact met personen met een handicap?

Als reden waarom mediamakers weinig tot geen personen met een - echte - handicap in hun producten tonen, wordt vooral de moeilijkheid vermeld om personen met een handicap te bereiken of het uitblijven van initiatief van hen uit. Andere drempels zouden het gebrek zijn aan professionele acteursopleidingen onder die bevolkingsgroep, de ontoegankelijkheid van de setting waarin mediaproducten worden gemaakt en/of de verhoogde inspanningen die geleverd moeten worden om met personen met een handicap te werken.

In al deze bedenkingen schuilt een deel van waarheid. Personen met een handicap leven vaak nog in afzondering en/of weten door de ontoegankelijkheid van het mediawezen en de vaak beperkte aandacht van mediamakers voor hen als bevolkingsgroep minder en minder hoe en waarom toch inspanningen te leveren om aan dit domein deel te nemen. Acteeropleidingen zijn (lang) niet toegankelijk (geweest) en inderdaad gaan sommige soorten handicap met extra inspanningen gepaard.

Dat neemt niet weg dat ook onder personen met een handicap - net zoals in iedere andere bevolkingsgroep - heel wat enthousiasme en talent aanwezig is om in de media aan bod te komen. Zoals eerder vermeld heeft het frequenter tonen van personen met een (echte) handicap heel wat voordelen - zowel voor de mediamaker zelf als voor de inclusie van deze bevolkingsgroep in het algemeen. Als mediamaker heb je er dan ook enkel baat aan om de productieset toegankelijk te maken en om op het moment van opname zelf wat extra tijd vrij te maken zodat rekening kan worden gehouden met de extra noden, ondersteuning van de persoon met de handicap. Hen beter bereiken kan alvast op de volgende manieren:

  • Vermeld op de eigen platformen, inschrijfformulieren, oproepen voor casting… dat personen met een handicap welkom zijn en wat voorzien is op vlak van toegankelijkheid/bij wie ze terecht kunnen om toegankelijkheidsnoden te bespreken.
  • Organiseer open castings voor personen met een handicap waaraan iedereen die in aanmerking komt - ongeacht of ze een professionele opleiding hebben gehad - mogen deelnemen.
  • Verdeel oproepen naar acteurs, experten, programmadeelnemers met een handicap… onder organisaties van en voor mensen met een handicap.
  • Verdeel oproepen naar acteurs, experten, programmadeelnemers met een handicap… onder verenigingen/gezelschappen waarin (onder andere) personen met een handicap zitten. Bijvoorbeeld: Theater Stap, Platform K, sportploegen voor personen met een handicap, …
  • Neem bij een zoektocht naar een expert ook eens een kijkje op de Expertendatabank. Hierop staan onder andere de gegevens vermeld van personen en organisaties uit de diversiteitsgroepen samen met hun expertise. Die expertise kan betrekking hebben tot de eigen diversiteitsgroep maar even goed tot om het even welk ander onderwerp.

Hoe weet ik of ik goed bezig ben?

Je product is af en je wilt weten wat personen met een handicap vinden van de manier waarop je hen in beeld brengt? Je stuit tijdens je werkproces nog op vragen en wil graag kennisnemen van enkele goede en/of minder goede praktijkvoorbeelden met betrekking tot de beeldvorming van personen met een handicap? Surf dan van tijd tot tijd eens naar de site van GRIP en ga naar het thema ‘handicap in de media’. Op regelmatig basis verschijnen daarin mediarecensies over dit thema, opgesteld door ervaringsdeskundigen die, net zoals jij intussen, streven naar een inclusieve samenleving. Uiteraard is een telefoontje met of mail naar GRIP ook altijd een mogelijkheid.

Verberg submenu