Hoe verliep de opstart van het nieuwe ondersteuningsmodel?
Vanuit een eerste inschatting komt GRIP tot de conclusie dat het nieuwe ondersteuningsmodel (nog) geen antwoord biedt op alle ondersteuningsnoden.
1 september 2017 was D-day voor het nieuwe ondersteuningsmodel. Bij de goedkeuring van het M-decreet in 2014 heeft GRIP er meteen op gewezen dat inclusief onderwijs niet mogelijk zou zijn zonder bijkomende ondersteuning. Het nieuw ondersteuningsmodel wil nu een antwoord bieden op alle ondersteuningsnoden van leerlingen met een gemotiveerd verslag of een verslag buitengewoon onderwijs.
GRIP zette in de eerste twee maanden van het nieuwe ondersteuningsmodel zijn voelsprieten op en probeert een eerste stand van zaken op te maken. We organiseerden een focusgroep en kregen daarnaast ook informatie van andere ouders of betrokkenen. Op basis van deze bevindingen heeft GRIP een nota opgemaakt die we zullen inbrengen op het overleg tussen het kabinet en de middenveldorganisaties van personen met een handicap.
Werk aan de winkel
Vanuit een eerste inschatting komt GRIP tot de conclusie dat de opstart van het nieuwe ondersteuningsmodel heel “op de bots” is moeten gebeuren en aldus met heel veel onduidelijkheid gepaard ging. Duidelijk is wel dat het nieuwe ondersteuningsnetwerk (nog) geen antwoord biedt op alle ondersteuningsnoden. Er is nog veel werk aan de winkel om het recht op ondersteuning in het gewoon onderwijs waar te maken. We vragen de minister van onderwijs, Hilde Crevits, om daar haar tanden in te zetten.
Deze knelpunten vragen concrete oplossingen
- Er is een tekort aan duidelijkheid over de juiste toepassing van het nieuwe ondersteuningsmodel. Met de start van de herfstvakantie is het bij sommige leerlingen nog niet duidelijk of er ondersteuning zal geboden worden en hoe.
- Ouders worden te weinig betrokken bij het vastleggen van de ondersteuning die geboden wordt vanuit het buitengewoon onderwijs of vanuit het ondersteuningsnetwerk.
- Nog te vaak blijkt de ondersteuning die geboden wordt ontoereikend. Wanneer dan gezocht wordt naar meer ondersteuning stoot men op drempels binnen het nieuwe ondersteuningsmodel of op wachtlijsten PAB vanuit het VAPH.
- Bij heel wat kleuters met verslag type 2 wordt voor het eerst ondersteuning geboden. Dit is een stap vooruit. Maar door het strikt hanteren van de IQ grens van 60 dreigt men voorbij te gaan aan de reële ondersteuningsnood van sommige leerlingen.
- Er blijft veel verwarring over wat een school dient te bieden als basiszorg en wat daar bovenop vanuit het ondersteuningsnetwerk of vanuit een school voor buitengewoon onderwijs kan geboden worden.
- Er blijft ook verwarring tussen wat kan geboden worden aan ondersteuning voor de leerkracht en wat leerlinggebonden kan. Deze verwarring blijkt heel groot bij leerlingen met autisme.
- Er is nog geen sprake van een recht op ondersteuning. Scholen en ouders kunnen nergens terecht wanneer de ondersteuning ondermaats is (tenzij ze natuurlijk naar de rechtbank stappen). Dit is bijzonder pijnlijk wanneer het tekort aan ondersteuning als argument naar boven komt voor een doorverwijzing naar het buitengewoon onderwijs. De ‘aanspreekpunten’ zijn hoe dan ook volledig de mist in gegaan.