Vlaanderen schendt het recht op inclusief onderwijs
In een uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten wordt Vlaanderen terecht gewezen wegens schendingen van het recht op inclusief onderwijs. GRIP wijst er al lange tijd op dat het onderwijsbeleid, zelfs met het M-decreet, tekort schiet op het vlak van inclusief onderwijs. Dit wordt nu bevestigd door deze belangrijke uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten.
Uitspraak bij collectieve klacht
De Europese organisatie Validity (voorheen Mental Disability Advocacy Centre (MDAC)) diende met de steun van GRIP in 2014 een collectieve klacht in bij het Europees Comité voor Sociale Rechten, een juridisch orgaan van de Raad van Europa. De klacht staat stil bij een aantal tekorten op het vlak van inclusief onderwijs voor leerlingen met een verstandelijke beperking in Vlaanderen. Op 16 oktober 2017 kwam het comité tot een uitspraak. En op 29 maart 2018 werd deze uitspraak publiek bekend gemaakt.
Welke tekortkomingen stelt het comité vast ?
- Om te beginnen zijn er de cijfers die aantonen dat leerlingen met een verstandelijke handicap nog steeds veelvuldig doorverwezen worden naar het buitengewoon onderwijs. Het comité is niet onder de indruk van de effecten van het M-decreet op dit vlak.
- Wie toch inclusief onderwijs volgt, botst opnieuw op drempels. Schoolgebouwen scoren onvoldoende op gebied van toegankelijkheid en er wordt te weinig ondersteuning voorzien. Dit tekort aan ondersteuning wordt door het comité benoemt als het niet voorzien van redelijke aanpassingen, wat neerkomt op discriminatie. Daarbij speelt ook een tekort aan persoonlijke assistentie mee door de lange wachtlijsten PAB.
- Het comité stelt ook vast dat er geen voldoende verweer bestaat tegen een weigering van een leerling met een verstandelijke handicap in een gewone school. Scholen kunnen te gemakkelijk leerlingen weigeren zonder gevolgen voor de school.
- Het comité haalt aan dat een groep leerlingen met ernstige en meervoudige beperkingen wordt vrijgesteld van de leerplicht en helemaal geen onderwijs krijgen.
Geweigerd op school
Dat er nog steeds leerlingen met een verstandelijke handicap worden geweigerd is ook bekend uit meldingen bij GRIP. Zo spraken we met Monica en Filip uit Ruiselede die getuigen over de weigering van Merel (8 jaar, dochter met Downsyndroom):
"Merel werd vorig jaar, bij de overgang van kleuter naar lager onderwijs geweigerd in de plaatselijke school. Deze weigering is onterecht, maar we konden daar niet veel tegen ondernemen. We werden niet gesteund door het CLB. Zelfs een bemiddelingspoging van UNIA mocht niet baten. We zijn dus met Merel en onze 2 jongere kinderen naar een school in een andere gemeente moeten trekken. Nu volgt Merel daar sinds september les in het eerste leerjaar en dat loopt heel goed. Ze krijgt ook de nodige ondersteuning. We zijn daar tevreden over. Het is een prachtig voorbeeld van inclusie. Het bewijst ook dat de weigering van de plaatselijke school onterecht was. Maar het blijft wrang dat Merel niet naar die school kan. Volgens ons is dit pure discriminatie. Ons kind is uitgesloten van de school in onze gemeente omdat ons kind een verstandelijke handicap heeft. Maar we staan als ouders machteloos."
Het principe van inclusief onderwijs
Opmerkelijk is dat het comité ook duidelijk vastlegt wat het perspectief van inclusief onderwijs moet zijn, overeenkomstig het Europees Sociaal Charter. Het belang van het kind is altijd gediend met inclusief onderwijs. Dit is een terechtwijzing van het standpunt van de Vlaamse regering. Die pleit voor het behoud van een afzonderlijk systeem van buitengewoon onderwijs: "Voor sommige kinderen zal onderwijs in een gespecialiseerde setting het recht op onderwijs het best dienen." (nota ondersteuningsmodel Minister Crevits, 10.01.2017)
Conclusie
Opnieuw krijgt Vlaanderen een draai om de oren vanwege het schenden van het recht op inclusief onderwijs. Belgische rechters zeiden het al, het Comité bij het Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap zag al tekortkomingen en nu ziet ook het Comité bij het Europees Sociaal Handvest hoe Vlaanderen te traag en ondermaats werk maakt van inclusief onderwijs voor leerlingen met een handicap.
Het beleid zet stappen, maar ze zijn telkens te weinig onderdeel van een coherent actieplan dat gericht is op het verwezenlijken van het recht op inclusief onderwijs als mensenrecht voor alle deelnemers aan deze samenleving. Het onderwijssysteem kabbelt voort maar ondertussen moeten ouders, leerlingen en leerkrachten nog verder buigen onder een groot gebrek aan doortastendheid. En intussen zijn er nog steeds leerlingen die niet op gelijke voet onderwijs kunnen genieten of zelfs helemaal worden uitgesloten.
Wat vraagt GRIP?
GRIP blijft vaststellen dat men in Vlaanderen veel te traag werk maakt van inclusief onderwijs. Het M-decreet is een belangrijke stap, maar slechts een eerste stap. De maatregelen die men vanuit de overheid neemt zijn te weinig doortastend om tot een echte vooruitgang te komen. Het is nodig om een versnelling hoger te schakelen. GRIP vraagt dat de Vlaamse regering een strategisch plan opstelt voor de realisatie van inclusief onderwijs voor alle leerlingen in Vlaanderen, met duidelijkheid over de timing en de inzet van middelen.
Drie conrete acties die op korte termijn kunnen genomen worden:
- Leerlingen met een handicap die les volgen in het gewoon onderwijs zouden over dezelfde middelen voor ondersteuning moeten beschikken als in het buitengewoon onderwijs. Dit kan met een leerlinggebonden budget. Nu zijn er nog een pak meer middelen beschikbaar in het buitengewoon onderwijs en die ongelijkheid betekent een rem op de kwaliteit van het inclusief onderwijs dat wordt opgestart.
- Ouders die voor inclusief onderwijs kiezen stoten nog op heel wat weerstanden. We vragen daarom om de werking van het Steunpunt voor Inclusie, dat ouders kan informeren en bijstaan, te bestendigen en te versterken.
- Sommige leerlingen met een grote ondersteuningsnood hebben assistentie nodig. We vragen dat minister Vandeurzen meer persoonlijke assistentiebudgetten (PAB) zou toekennen voor leerlingen met een handicap die naar de gewone school gaan. Nu blijven tal van deze leerlingen jarenlang op de wachtslijst staan en worden ze op die wachtlijst voorbijgestoken door kinderen die naar een internaat gaan.