Overgangsmaatregelen kleine types
GRIP is tevreden met de overgangsmaatregelen die minister Crevits aankondigt voor de ondersteuning van leerlingen met een handicap bij inclusief onderwijs.
Goed zo: minister Crevits komt (op de valreep) met oplossing voor probleem
Vorig jaar werd binnen het kader van het M-decreet een nieuw ondersteuningsmodel opgestart. De ambitie van minister Crevits was hierbij om leerlingen met specifieke leernoden de gepaste ondersteuning te bieden in het gewoon onderwijs. Nu bleek evenwel dat de zorgvragen van kinderen met verslag type 2, 4, 6 en 7 (wat men “de kleine types” noemt) was toegenomen. Door de manier van het berekenen van het aantal begeleidingseenheden was de beschikbare ondersteuning echter afgenomen en/of verkeerd verdeeld over de verschillende scholen voor buitengewoon onderwijs. Gevolg: voor heel wat leerlingen grote onzekerheid over de ondersteuning voor volgend schooljaar... en dit tot op enkele dagen voor het einde van het schooljaar.
Minister Crevist kondigde in het Vlaams parlement (bij de bespreking van het wijzigingsdecreet op 27 juni) overgangsmaatregelen aan. Dit geeft op de valreep van het einde van het schooljaar meer duidelijkheid over de ondersteuning bij inclusief onderwijs.
Terug heel wat zorgen om de ondersteuning
Toen vorig jaar (schooljaar 2017-2018) het nieuwe ondersteuningsmodel holderdebolder werd ingevoerd, resulteerde dit in heel wat chaos en onduidelijkheid bij de opstart van het schooljaar. Tot ver in het schooljaar stelden ouders én scholen tekorten en onduidelijkheden vast omtrent de ondersteuning van hun kinderen met een handicap in het gewoon onderwijs. Zie eerder artikel van GRIP.
Er was toen aangegeven dat dit kinderziektes waren van het nieuwe systeem en dat er voor het volgende schooljaar wel meer en vroeger duidelijkheid zou komen. Voor kinderen met een verslag type 2, 4, 6 en 7 kwamen er evenwel heel vlug signalen dat er zich terug knelpunten voordeden in verband met de ondersteuning. In de praktijk was er sprake van minder middelen en vielen kinderen terug van 5u tot bijvoorbeeld maar twee uur ondersteuning of nog minder. Dit zorgde natuurlijk bij heel wat scholen, leerkrachten en ouders voor grote onzekerheid over hoe het komende schooljaar zou opstarten.
Nieuw perspectief en een oplossing op korte termijn.
Het wijzigingsdecreet dat goedgekeurd werd voorziet op termijn een open-end financiering voor de ondersteuning van leerlingen met een handicap in de kleine types. Zo zouden de middelen kunnen stijgen met het aantal leerlingen die ondersteuning nodig hebben. Het systeem voor deze open-end financiering moet nog verder uitgewerkt worden, maar zou wel dienen in te gaan vanaf het schooljaar 2019-2020.
Voor meer uitleg over het wijzigingsdecreet verwijzen we naar het info-filmpje van het Steunpunt voor Inclusie.
Voor de opstart van het nieuwe schooljaar op 1 september zullen de aangekondigde overgangsmaatregelen ervoor zorgen dat alle leerlingen in die kleine types minstens evenveel middelen voor ondersteuning krijgen als voor het M-decreet. Dus bijvoorbeeld voor een leerling met verslag type 2 betekent dit een garantie op 5,5 omkaderingseenheden. De scholen zullen wel regionaal én dus netoverschrijdend moeten samenwerken om de nodige expertise bij de leerlingen in de gewone scholen te brengen.
GRIP is tevreden met deze maatregelen. We zien dit als een duidelijk signaal dat minister Crevits verder werk maakt van echt inclusief onderwijs. Let wel: nu kondigde de minister deze maatregelen aan, het zal wel nodig zijn om dit dan ook vlug in regelgeving om te zetten. Want zoals we reeds aangaven: het is wel rijkelijk laat om duidelijkheid te bieden.
Grip vraagt wel om verder in te zetten op inclusief onderwijs door:
- meer monitoring te voorzien (zo had men dit probleem misschien kunnen voorkomen)
- de ouderverenigingen meer te betrekken bij de opvolging van het beleid en hen een volwaardige plaats geven in de stuurgroep die het M-decreet opvolgt
- ook de ondersteuningsmogelijkheden vanuit welzijn (PAB) ten volle te benutten (dus de wachtlijsten aanpakken)
- dat er voor het schooljaar 2019-2020, voor alle onderwijsactoren en ouders, toch tijdig duidelijkheid komt over de ondersteuning
- dat er bij de uitwerking van de open-end financiering een gelijk pakket aan middelen voorzien wordt voor leerlingen binnen inclusief onderwijs als voor leerlingen binnen buitengewoon onderwijs.