Willen, mogen, kunnen, moeten werken - gespreksavond over reïntegratie

Werk Willen, mogen, kunnen, moeten werken - gespreksavond over reïntegratie

GRIP vzw en GOHA (Gebruikersoverleg Handicap, Chronische Ziekte en Arbeid) organiseerden op 6 juni een informatie- en gespreksavond rond re-integratie.

Drie sprekers aan het woord

Saskia Decuman bracht de visie van het RIZIV. Ze had het over de betekenis van het (kunnen) uitvoeren van een betaalde job. Er grijpt hier een paradigmashift plaats, een verschuiving in de kijk op langdurig zieken. Naast ziekte en handicap spelen ook omgevingsfactoren en persoonsgebonden factoren een rol.

In de praktijk zijn er twee nieuwe koninklijke besluiten (KB’s) in de re-integratietrajecten. Naast deze twee KB’s zijn er nog twee andere mogelijkheden om opnieuw een job op te nemen. Die bestonden vroeger al. Het zijn de toegelaten werkhervatting en de beroepsherscholing. Die blijven gewoon bestaan. De re-integratie moet liefst zo snel mogelijk gebeuren. De samenwerking tussen de verschillende geneesheren is van groot belang en de restcapaciteiten zijn het vertrekpunt. Dus geen activering die niet duurzaam is.

Dan kwam Lieven Monserez van het kabinet van minister De Block aan het woord. Hij startte met de vaststelling dat de uitgaven de laatste jaren zeer snel stijgen in de ziekteverzekering. En dat dit niet langer houdbaar was. De uitgaven moeten gewoon omlaag. Daarvoor zijn verschillende scenario’s mogelijk maar de minister heeft gekozen om zoveel mogelijk mensen terug aan het werk te krijgen. Uitgangspunt is dat “iedereen moet kunnen betaalde arbeid verrichten, talenten ontplooien en sociale relaties onderhouden”.

Dan kwam Eline Bruneel van het Vlaams PatiëntenPlatform (VPP) aan het woord.

Over re-integratie is er nog niet veel bekend omdat het nog een jonge maatregel is. Eline gaf enkele positieve punten mee. Het thema werk is sneller bespreekbaar door de re-integratietrajecten en er is ook meer aandacht voor redelijke aanpassingen. Er zijn ook punten die aandacht verdienen. Het gaat over open dialoog met patiënt en andere artsen. De focus moet liggen op de restcapaciteiten. En het is belangrijk om te kijken vanuit het standpunt van de persoon zelf. Er is ook extra tijd nodig voor de begeleidende rol van de arbeidsdokter of adviserende arts. Het blijkt ook dat die dokters wel veel in een dubbele rol terechtkomen. Zij zijn de controleurs die moeten nagaan of iemand “echt” ziek is en tegelijk ook moeten inzetten op een activeringstraject. Dat schept wantrouwen en onduidelijkheid. Privacy en beroepsgeheim moeten ook gewaarborgd worden in deze re-integratie. En de cijfers van ontslag omwille van medische overmacht zijn voor het VPP niet geruststellend. Er moet zeker aandacht zijn voor voldoende en duidelijke communicatie met de betrokken persoon. Ook op het vlak van preventie mag nog een tandje worden bijgestoken. Dat blijft onduidelijk wat er daar rond gebeurt. Terwijl voorkomen altijd beter is dan genezen.

De zaal aan het woord

Een eerste vraag handelde over de positie van personen met een handicap op de arbeidsmarkt. “Is het de moeite waard om te gaan werken? Als een persoon met een handicap gaat werken in de open arbeidsmarkt dan vallen alle voordelen weg en krijgt hij niets meer van ondersteuning. Wij willen de macht om te beslissen waar de centen naartoe gaan, omdat zelfbeschikking belangrijk is.”

Volgens Lieven Monserez moeten we niet overdrijven als we de cijfers bekijken van het ontslag omwille van medische overmacht. Hij begrijpt de bezorgdheid, maar het merendeel was ontslag in onderling overleg. Het is dus niet alleen een verhaal van werkgevers die werknemers kwijt willen.

Uit de zaal werd opgemerkt dat er momenteel ook een nieuw project van de GOB’s rond begeleiding (1) van de werkgevers loopt, die te maken krijgen met personeel die kanker krijgt. Dat is een goed voorbeeld van werkgeversondersteuning.

Een andere opmerking ging over de werkvloer. De verandering in houding tegenover langdurig zieken zal niet automatisch gebeuren, de wetgever gaat daar te veel van uit, dat het automatisch zal werken. Lieven Monserez legde uit dat je moet rekening houden met een periode van drie jaar voor je echt verandering ziet. We moeten dus geduld hebben.

Het de bedoeling om werkgevers te beboeten als ze niet goed meewerken. Het is dus niet alleen een verantwoordelijkheid van de langdurig zieke om actie te ondernemen. Maatwerk blijft de bedoeling, zowel langs de werkgever als langs de kant van de langdurig zieke.

Een laatste tussenkomst uit de zaal ging over zelfstandigen met een handicap en chronische ziekte. Heel de avond werd gesproken over werknemers met een ziekte. Maar zelfstandigen blijven te veel buiten beeld.

Als besluit van de avond werd nog meegegeven dat er een integrale aanpak nodig is. Naast Ziekte en Invaliditeitsuitkering moeten we ook denken aan werk, mobiliteit, … anders kan er geen duurzame re-integratie plaatsgrijpen.

Meer informatie: stuur een mailtje naar patrick@gripvzw.be of Jos.wouters@handicapenarbeid.be

(1) Project FEGOB en Kom Op tegen Kanker – http://www.fegob.be/Opleiding

Gerelateerde artikels

Verberg submenu