“Waarom wordt mijn dochter naar het buitengewoon onderwijs geduwd?"
Chadia getuigt.
"Mijn dochter heeft ondanks haar handicap met succes de lagere school doorlopen. In een gewone school. Voor ons was en is het heel belangrijk dat zij inclusief kan opgroeien. We hebben gemerkt dat als er openheid is bij de school, de leerkracht en het CLB, een inclusief traject zeker mogelijk is. Vaak maken relatief kleine aanpassingen een groot verschil. Ook voor andere kinderen in de klas is het leerrijk. Wij kunnen dus getuigen dat inclusie kan.
We willen ons dochter nu ook bij een gewone middelbare school inschrijven. Maar hiervoor stoten we toch op het tekort aan persoonlijke assistentie. We hebben daarvoor een Persoonlijke AssistentieBudget (PAB) aangevraagd maar staan op de wachtlijst. We hebben recent weer eens het deksel op onze neus gekregen, de priorstatus PAB hebben we niet gekregen. We kunnen dus nog altijd fluiten naar het PAB. Maar het PAB is nodig om extra niet-pedagogische begeleiding te bieden om inclusief onderwijs waar te maken. We hebben in de lagere school al heel veel moeten zoeken om voldoende ondersteuning zelf geregeld te krijgen. Dat is niet vol te houden.
Doordat we het PAB niet krijgen komt haar overgang naar inclusief middelbaar onderwijs in het gedrang en worden we richting buitengewoon onderwijs geduwd. Men vindt onze situatie niet dringend genoeg, maar het is NU wel het moment om de overgang te maken naar het middelbaar. Door de wachtlijst PAB wordt het recht op inclusie van onze dochter en vele anderen geschonden. Het is huilen met de pet op.
We worden richting buitengewoon onderwijs geduwd door gebrek aan PAB en dat is absoluut niet onze keuze! Als we in het gewoon onderwijs willen blijven moeten we uit eigen zak gaan betalen tot we PAB hebben. In extra begeleiding voorzien houden we niet vol en het is niet rechtvaardig. Betalen uit eigen zak om je kind inclusief onderwijs te kunnen bieden zolang er geen PAB is? Dit is pure discriminatie."
Het schaduwrapport van GRIP over onderwijs
JA zeggen, JA doen?!
GRIP heeft een schaduwrapport opgemaakt over de mensenrechten van personen met een handicap in Vlaanderen. Dat rapport zal GRIP voorleggen aan het VN-Comité in Genève dat op 22 augustus België ondervraagt over de implementatie van het VN-Verdrag Handicap.
In dat rapport komt ook inclusief onderwijs ter sprake.
Artikel 24 van het VN-Verdrag geeft een duidelijke opdracht aan de overheid om inclusief onderwijs te voorzien. Enkel zo kunnen personen met een handicap zonder discriminatie en op gelijke voet hun recht op onderwijs benutten. Het onderwijssysteem moet daartoe ontwikkelen tot één inclusief systeem. Het aanhouden van een afzonderlijk buitengewoon onderwijs is in strijd met art. 24 van het VN-Verdrag.
GRIP wil in dit verband de volgende zaken voorleggen aan het VN-Comité:
- Er werden de voorbije jaren, onder het beleid van minister Ben Weyts stappen achteruit gezet, onder meer door de doelbewuste promotie en uitbreiding van het buitengewoon onderwijs. Zo stelde hij begin 2024: “Er is in deze regeerperiode een mooie groei gerealiseerd van 47.000 naar 55.000 plaatsen in het buitengewoon onderwijs”. Over het VN-Verdrag verklaarde minister Weyts onomwonden: “Het helpt niet dat in het verdrag van de Verenigde Naties staat dat personen met een handicap altijd recht hebben op inclusief onderwijs. Ik vind dat een nobel principe, maar in de praktijk is het gewoon niet haalbaar”.
- Voor een aantal leerlingen werd de mate van ondersteuning opgedreven. Maar voor een aanzienlijk deel blijft er een groot verschil tussen de ondersteuning die beschikbaar is in het buitengewoon onderwijs en de ondersteuning binnen het gewoon onderwijs. Dat is heel duidelijk zo bij leerlingen binnen het basisaanbod, type 3 en type 9 (autisme). Het is vooral voor leerlingen met autisme dat het buitengewoon onderwijs de voorbije jaren sterker werk uitgebouwd.
- Het inschrijvingsrecht blijft problematisch. Een principieel inschrijvingsrecht is vastgelegd in het M-decreet, ook voor leerlingen die nood hebben aan een aangepast curriculum. In het Leersteundecreet wordt dit behouden. Maar het ontbreekt aan voldoende maatregelen om de correcte toepassing op te volgen. Er gebeuren dus veel weigeringen ‘onder tafel’ en zonder gevolgen voor de scholen.