GRIP analyseert visienota inclusief onderwijs

Onderwijs leerlingen in inclusief onderwijs

Bedenkingen van GRIP bij de visienota inclusiever onderwijs

Op 4 april 2025 publiceerde minister Demir de visienota 'Stappenplan richting een inclusiever onderwijs’. GRIP verwelkomt dat inclusief onderwijs opnieuw expliciet op de politieke agenda wordt geplaatst. De visienota markeert een duidelijke koerswijziging ten opzichte van het vorige beleid. Het is cruciaal dat het bestaande onderwijssysteem fundamenteel ter discussie wordt gesteld. We waarderen ook dat er expliciet ruimte is voorzien voor participatie binnen dit beleidstraject, dit is een noodzakelijke stap om ervoor te zorgen dat beleid afgestemd is op de ervaringen en noden van personen met een handicap.

Tegelijk stellen we vast dat de uitvoering vertraging oploopt. Er ligt een stevig werkpakket op tafel, waarvoor een tijdspad werd uitgezet. Echter blijven concrete stappen voorlopig uit, zoals de consultatienota en de planning van de Staten-Generaal, waarvan werd aangekondigd dat ze voor het zomerreces zouden verschijnen. Die nota kwam er niet. We stellen dus vast dat de vooropgestelde timing niet wordt gehaald en dat betreuren we ten zeerste.

Want terwijl plannen worden uitgesteld, blijft het huidige onderwijssysteem bestaan. En dat systeem is niet inclusief. Duizenden kinderen en jongeren blijven zo uitgesloten van hun recht op inclusief onderwijs.

GRIP maakte een uitgebreide analyse van de visienota. Daarin erkennen we positieve elementen, maar formuleren we ook een aantal kritische bedenkingen. Hieronder belichten we enkele kernpunten.

“Inclusiever” onderwijs is niet genoeg

We merken op dat de visienota vasthoudt aan het idee van “meer inclusief” of “inclusiever” onderwijs, terwijl het VN-Verdrag Handicap expliciet oproept tot één inclusief onderwijssysteem. Deze voorzichtige formulering laat het eindpunt vaag, waardoor het vatbaar is om steeds opnieuw ter discussie gesteld te worden. Zonder een expliciete en ondubbelzinnige ambitie richting één inclusief systeem, blijft het risico bestaan dat het beleid verzandt in halve maatregelen.

Risico op inlusie light

Daarnaast duikt de slogan “buitengewoon onderwijs voor wie het echt nodig heeft” opnieuw op in de visienota. Wij hopen dat hiermee wordt verwezen naar een ondersteuningsvorm en niet naar een afzonderlijke onderwijsplaats. Zo niet, dreigt men te vervallen in “inclusie light” dat het mensenrecht op inclusief onderwijs onvoldoende realiseert.

Inclusief onderwijs is geen beleidsoplossing, maar een mensenrecht

De visienota waardeert inclusief onderwijs als een oplossing voor een aantal hardnekkige problemen: lange busritten, capaciteitstekort in het buitengewoon onderwijs, dalende onderwijskwaliteit, hoge kosten en de oververtegenwoordiging van kansarme kinderen in het buitengewoon onderwijs. Die problemen zijn reëel, en een inclusief systeem kan er effectief een antwoord op bieden. Maar GRIP benadrukt dat inclusief onderwijs in de eerste plaats een mensenrecht is, verankerd in Artikel 24 van het VN-Verdrag Handicap. Vanuit dat oogpunt is inclusief onderwijs geen beleidsoplossing of efficiëntiemaatregel maar een rechtsverplichting, ongeacht kosten-of organisatorische overwegingen. 

Inclusief onderwijs is geen middel, maar een doel op zich, met intrinsieke waarde voor elke leerling én voor de samenleving als geheel.

Lees verder

GRIP staat constructief-kritisch tegenover de visienota. We zien belangrijke openingen en kansen richting een inclusief onderwijssysteem en dat juichen we toe. Tegelijkertijd signaleren we enkele hiaten in visie en verankering. In onze uitgebreide analyse gaan we dieper in op de inhoud van de visienota en formuleren we kanttekeningen die vertrekken vanuit mensenrechten en personen met een handicap.

Lees hier onze volledige analyse van de visienota: in PDF of in word

Lees hier de visienota van minister Demir: in PDF

Gerelateerde artikels

Verberg submenu