Youri: “Waarom sta ik aan de zijlijn op de arbeidsmarkt? Waarom vind ik geen gepaste begeleiding naar werk?”
Youri getuigt.
"Acht jaar geleden werd ik uitgedaagd door een evolutie naar een chronische toestand van een hersenaandoening waar er weinig aan te doen is. Ik zoek al 8 jaar met vallen en opstaan naar een nieuwe manier van leven. Ik ben opnieuw gaan studeren met wisselend succes, maar heb uiteindelijk een studie kunnen afwerken.
Ongeveer 5 jaar ben ik actief als vrijwillig medewerker bij verschillende organisaties. Dit zijn voor mij zinvolle en waardevolle activiteiten. De laatste jaren zocht ik ook naar zinvol en betaald werk, maar ik merk dat de arbeidsmarkt weinig tot niet bereid is om rekening te houden met mijn beperkingen. Ik heb nood aan aanpassingen, maar werkgevers staan daar niet voor te springen.
Als bijna 50-jarige zijn mijn talenten nochtans niet verdwenen door mijn beperking. Mijn wilskracht en doorzettingsvermogen bleven groeien in de loop der jaren. Als men strijdt met een absurde, wisselende en pijnlijke aandoening dan botst men op fysieke grenzen waarmee men leert mee omgaan. Ik ken mijn lichaam en aandoening door en door, en kan goed inschatten wat nog tot mijn mogelijkheden hoort, wat mijn restcapaciteit is.
De arbeidshandicap bestaat door de onaangepaste arbeidsmarkt, vooroordelen en stigmatisering.
Ja, ik zou graag zingevend aangepast werken. De ondersteuning om dit te bereiken is beperkt en men stuurt me nogal graag richting vrijwilligerswerk. Er wordt gedacht in administratieve kaders, protocollen en bureaucratische regelgeving. Wat de persoon zou kunnen of wat zijn talenten zijn, daar is weinig aandacht voor.
De professionelen die me naar werk zouden kunnen begeleiden worden daarin te zeer beperkt door het rigide systeem en de te strikte regelgeving. Ofwel sturen ze me naar opleiding ofwel naar vrijwilligerswerk. De professionelen zien vaak zelf geen andere mogelijkheden en geven aan dat ze me niet verder kunnen helpen in hun systeem. Ze hebben nochtans vaak begrip voor mijn situatie."
Het schaduwrapport van GRIP over Werk
JA zeggen, JA doen?!
GRIP heeft een schaduwrapport opgemaakt over de mensenrechten van personen met een handicap in Vlaanderen. Dat rapport zal GRIP voorleggen aan het VN-Comité in Genève dat op 22 augustus België ondervraagt over de implementatie van het VN-Verdrag Handicap.
In dat rapport komt ook het recht op werk ter sprake.
In artikel 27 wordt aangegeven dat personen met een handicap het recht hebben om te werken. Een werkplek moet toegankelijk zijn en indien nodig moet men redelijke aanpassingen uitvoeren op de werkvloer. Indien er nood is aan bijkomende ondersteuning, dan heeft de persoon met een handicap daar recht op. De overheid moet personen met een handicap in dienst nemen en werkgevers aanmoedigen dit ook te doen.
GRIP schrijft in het schaduwrapport dat we in Vlaanderen zeker nog niet kunnen spreken van een inclusieve arbeidsmarkt voor personen met een handicap:
- De werkzaamheidsgraad van personen met een handicap blijft onder de 50%. Belangrijk is ook om te kijken naar de werkzaamheidskloof tussen personen met en zonder handicap, dit is 35,6%.
- De verschillende overheden in Vlaanderen realiseren hun voorbeeldrol onvoldoende. Er werden streefcijfers vastgelegd van 3%, maar die worden niet gehaald. In Vlaanderen haalt de overheid 2,5%.
- De rol van de maatwerkbedrijven wordt niet herzien, zo gaat de Vlaamse Regering duidelijk in tegen de richtlijnen van het VN-Verdrag die vragen om een uitfasering van de segregerende tewerkstellingsplaatsen.