Van een goed loon naar de armoededrempel
Eefje is 40 jaar en woont met haar dochter van 9 jaar in een bescheiden huisje. Door haar ziekte belandde ze van de éne op de andere dag heel dicht bij de armoededrempel.
#inkomen
Om volwaardig deel te nemen aan deze maatschappij is een goede inkomenssituatie van belang. Het is duidelijk dat het voor heel wat mensen met een handicap moeilijk is om rond te komen. Met een reeks interviews staan we stil bij de inkomenssituatie van personen met een handicap. Hun eigen ervaring staat centraal. Een vijfde getuigenis is van Eefje.
Eefje werd 6 jaar geleden arbeidsongeschikt. “Ik ben mij ervan bewust dat ik geluk heb want met mijn uitkering en kindergeld zit ik net boven de officiële armoedegrens. Ik heb dus nog vrij veel te besteden in vergelijking met de cliënten die ik vroeger bij het OCMW en nu als vrijwilliger bij het CAW tegenkom. Op het moment dat ik ziek werd, had ik een vrij goede baan. Veel mensen met een ziekte- en invaliditeitsuitkering hadden voor ze ziek werden een minder goed betaalde job. Of ze ‘glijden af’; ze gaan steeds minder werken omdat het niet meer gaat en vallen dan toch ziek. Terwijl je uitkering en dus je levenskwaliteit van de toekomst, gebaseerd is op hoeveel je verdient en of je een bepaald werkvolume haalde op het moment dat je ziek werd.”
Stap achteruit
“Achteraf gezien had ik al gezondheidsproblemen vanaf mijn 17 jaar. Maar die verhinderden niet dat ik nog een tijdlang mijn leven verder uitbouwde. Mijn studie rechten ging vlot omdat ik alles op mijn eigen tempo kon doen. Toen ik ging werken in de advocatuur, en later als jurist bij de overheid, kon dat niet meer. En met een kind erbij werd het helemaal zwaar. Ik ben toen noodgedwongen dichter bij huis gaan werken en heb financieel een stap achteruit gezet. Achteraf gezien was dat - gezien ik eigenlijk al ziek was - niet zo verstandig. Maar het was op dat moment de enige oplossing waarvoor ruimte was in mijn hoofd.”
Het bedrag van de ziekte- en invaliditeitsuitkering wordt immers berekend op het laatste brutoloon; voor iemand met gezinslast is dat 65%. “Ik ontvang nu elke maand 1.600 euro bruto ziekte- en invaliditeitsuitkering plus kindergeld voor mijn dochter. Daar gaat nog zo’n 400 euro belasting af per jaar. Als je werkt krijg je vaak bovenop je maandelijkse loon nog een aantal extra’s, zoals de 13de maand, maaltijdcheques,… Uitgezonderd vakantiegeld van de mutualiteit, een percentage van je maandelijkse uitkering, vallen alle andere extra’s weg.”
Pensioen
Financiële zorgen zullen zich blijven stellen in de toekomst. “Zodra mijn dochter het huis uit is, gaat mijn uitkering naar beneden. Ik kan haar dus nooit dezelfde start geven zoals ik zelf kreeg door enkele jaren te werken en nog bij mijn ouders te wonen. Gelukkig heb ik geen schulden, behalve de hypotheek. Dit bescheiden huisje heb ik gekocht toen ik nog werkte. Na mijn ziekte was het wellicht niet meer gelukt.
Maar ik ben nog steeds aan het afbetalen: de enige reden waarom ik nu niet diep in armoede leef, is dat ik slechts 350 euro per maand afbetaal. Al mijn spaargeld steekt er in en mijn ouders hebben mij geholpen met de aankoop. Die lening aan mijn ouders heb ik nog steeds niet afbetaald. Als ik nu pakweg 700 euro zou moeten afbetalen of voor hetzelfde bedrag zou moeten huren, dan zou ik zelfs geen weekendje naar de Ardennen kunnen gaan!
Verre reizen naar Thailand of een maand naar Peru zitten er dus voorlopig niet meer in. “Wij gaan elk jaar een weekje weg met de hele familie. Daarnaast zijn we vorig jaar een weekje naar zee geweest met vriendinnen en alle onze kinderen. We deelden een huisje waardoor de kosten lager waren. Het huisje was wel een stuk duurder geworden, dus ik weet nog niet of ik dit jaar nog mee kan gaan. En ik kies vaker voor goedkope vakanties, zoals kamperen.”
Vooral als haar gezondheid verder achteruit zou gaan, ziet de toekomst er niet rooskleurig uit. Daarom probeert ze te sparen. “Ik probeer elke maand 150 euro opzij te zetten, maar dat lukt niet altijd. Ik doe wel aan pensioensparen. Ik heb nog niet laten berekenen hoeveel pensioen ik zal hebben als mijn huidige situatie zich verder zet. Maar ik schat dat ik het niet breed zal hebben. Ik betaal wel mijn huis af, dat zie ik ook als sparen."
Besparingen
Eefje’s inkomsten is omlaag gegaan, maar ze heeft tegelijk ook extra uitgaven om haar ziekte onder controle te houden. Om een goede diagnose te kunnen stellen, moest ze het eerste jaar diverse onderzoeken ondergaan die niet allemaal erkend waren. Daarvoor heeft ze 3.000 euro moeten opleggen.
“Door acupunctuur zijn mijn spier- en gewrichtspijnen minder en heb ik geen pijnmedicatie nodig. Na een sessie voel ik me een stuk beter en is mijn slaap minder verstoord. Maar die behandeling kost 50 euro per keer. In het beste geval zou ik 1 keer maand gaan, nu ga ik slechts 1 keer per 3 maanden. Ik ging naar een diëtiste in Leuven die goede resultaten behaalde bij mensen met deze aandoening, maar die behandeling heb ik moeten stopzetten.”
“De ondersteunende kruiden voor mijn spijsvertering kosten 40 euro per maand. Af en toe probeer ik nog wat andere behandelingen of voedingssupplementen die mensen mij aanraden. Met wisselend succes. Sinds kort ga ik naar de kinesitherapeut. Dat kost mij 55 euro voor een uur, waarvan 12 euro wordt terugbetaald. De kinesist stelde 1 sessie per 2 weken voor, maar dat kan ik niet betalen. Sinds 1 januari 2018 worden er bovendien voor mijn aandoening nog maar 18 sessies kinesitherapie per jaar terugbetaald in plaats 60 sessies!
Flexibiliteit
“Het is een heel onzichtbare ziekte. Een vriendin met burn-out zei: “Ik wist niet dat het zo zwaar was om zo moe te zijn, om je door de dag te slepen.” Voor haar was het tijdelijk, maar ik voel mij bijna altijd moe. Als ik fiets doen mijn benen pijn van de inspanning, maar ik doe het wel. Ik ben al blij dat ik het huishouden en de zorg voor mijn dochter min of meer rond krijg. Zolang er geen behandeling is of ik miraculeus genees, kan ik niet fulltime aan de slag.”
Deeltijds werken is eveneens moeilijk haalbaar voor Eefje. “Misschien dat ik ooit weer een paar uurtjes per dag aan de slag kan. Ik zou het leuk vinden om weer onder de mensen te komen. En ik zou er veel voldoening uithalen om minstens een deel van mijn inkomen zelf te verdienen, iets bij te dragen aan de samenleving. Het arbeidssysteem is nu echter vooral gebaseerd op het principe dat je wordt verloond op basis van de gepresteerde uren en niet op basis van afspraken over welk werk gedaan moet zijn. Ik ben echter een snelle werker. En verder zijn er niet veel jobs die de flexibiliteit geven die ik nodig heb. Er moet nl. rekening mee gehouden worden dat ik veel ziek ben of moet kunnen rusten. Als ik halftijds zou kunnen gaan werken, riskeer ik bovendien mijn uitkering geheel of gedeeltelijk te verliezen. Ik denk dat als ik nadien terug ziek val, mijn uitkering dan wordt berekend op basis van mijn laatste halftijds loon. Daardoor zou ik helemaal in de armoede terecht komen.”
Perspectieven
Als het in de toekomst mogelijk zou zijn om deeltijds te werken met een loon dat vergelijkbaar is met haar uitkering en met behoud van een deeltijdse uitkering (ongeveer 800 euro bruto per maand), zou haar dat een perspectief bieden: om terug in de profitsector aan de slag te gaan, of om projectmatig te werken of om meer betaald/occasioneel vrijwilligerswerk te doen.
Voorlopig moet Eefje zelf investeren om weer een perspectief te creëren. “Ik heb nu een poetsvrouw 3 uur per 2 weken. Meer kan ik niet betalen. Ik werk ook zelf zoveel mogelijk mee, maar ik moet tussendoor zeker een uur slapen.” Wat ze zichzelf nog wel ziet doen - met extra hulp in het huishouden - is evolueren naar meer uren vrijwilligerswerk, bij voorkeur betaald.
Formulierenbrigade
Eefje zet haar ervaring en kennis nu in als budgetgids bij het CAW. “Ik probeer het inkomen te verhogen en de kosten te verlagen. In Nederland heet het de formulierenbrigade. Het zijn vaak zieke mensen, mensen met een handicap of gepensioneerden die ik één-op-één begeleid. Ik kijk of de aanvrager recht heeft op verhoogde tegemoetkomingen en help bij het aanvragen. Het is redelijk technisch werk. Maar ik doe dat graag en ik ben ervoor geschoold. Het CAW heeft een goed draaiboek uitgewerkt over die voordelen, beter dan rechtenverkenner.be. Dat laatste wordt trouwens niet meer bijgewerkt en er staan jammer genoeg ook geen lokale voordelen op, zoals bijv. voedselbedeling of een sociale kruidenier. Het lokale CAW heeft die kennis wel in huis.”
“Het is ook allemaal heel ingewikkeld. En de instanties helpen niet altijd mee! Ik heb bijv. voor mijzelf net een verhoogde tegemoetkoming aangevraagd, dus dat je bijv. maar heel weinig betaalt voor een bezoek aan de dokter. De eerste aanvraag werd onterecht geweigerd. Gelukkig ben ik juriste en kon ik de wet uitpluizen. Bleek dat de berekening van het ziekenfonds verkeerd was… maar daar heb ik mijn ziekenfonds wel zelf op moeten wijzen! En waarschijnlijk heb ik al 6 jaar recht op die verhoogde tegemoetkoming… .”
Wederkerigheid
“Ik ben juist mijn eerste traject met iemand begonnen en ben heel enthousiast. Ik zou er nog iemand willen bijnemen, een tweede traject met iemand willen opstarten. Ik zou dat vrijwilligerswerk meer willen opbouwen want het sluit aan bij wat ik vroeger deed. Het verschil is dat ik het nu kan doen binnen mijn mogelijkheden, met de energie die ik heb. Maar ik word er natuurlijk niet voor betaald. In de jaren dat ik op invaliditeit zit, heb ik geen financiële marge opgebouwd ingeval er iets onverwachts zou gebeuren. Indien ik morgen terug zou kunnen fulltime werken dan zou ik dat zeker doen. Maar iets anders dan vrijwilligerswerk, is volgens mij niet mogelijk binnen ons systeem. Het is niet aangepast aan mensen met een chronische ziekte.”
Een vrijwilligersvergoeding ontvangt ze niet. “Vroeger, toen ik nog een job had, kreeg ik een loon voor gelijkaardig werk. Nu voelt het alsof de maatschappij mij een uitkering betaalt en ik iets nuttigs kan terugdoen. Ik ben ook blij dat ik iets terug kan doen. Ken je de visie van de burgemeester van Rotterdam, Ahmed Aboutaleb? Die zegt: “Ik ga ervan uit dat iedereen een bepaalde mate van tijd en energie heeft en dat hij die zinvol besteedt”.”
“Er zijn veel vooroordelen tegenover mensen die van een uitkering leven. Maar wat die burgemeester zegt, klopt. Als ik om mij heen kijk en aan de mensen die geen betaald werk verrichten, vraag wat ze de hele dag doen, dan zeggen ze: “Ik sta op, ik breng de kinderen naar school en dan ga ik boodschappen doen voor mijn buurvrouw…” Niet betaald, maar wel maatschappelijk zinvol. Er is niemand die zegt: “Ik zit de hele dag thuis voor de tv”. Men denkt al gauw dat mensen met een uitkering lui zijn. Zo worden ze vaak ook behandeld.”
Het is duidelijk dat het huidige systeem moet veranderen. “Het zou mooi zijn als de inzichten van de Rotterdamse burgemeester in een 'systeem’ kunnen worden gegoten waarbij iedereen kan bijdragen naar eigen vermogen, waarbij de inspanningen van alle mensen, hetzij in uren, hetzij in afgeleverd product, worden verloond. De rest zou kunnen worden bijgepast door de overheid. Natuurlijk moeten de uitkeringen zelf ook hoog genoeg zijn. Het systeem zou er moeten voor zorgen dat iedereen een inkomen heeft dat voldoende is om menswaardig van te leven.”
Middenklasse
De overgang van een gewoon inkomen naar een uitkering heeft ook een sociale impact, zeker als je vrienden en familie tot de middenklasse behoren. “Als ik met vriendinnen uitga die het financieel beter hebben, wordt er niet echt over gepraat. Het is een beetje taboe, ik schaam mij ook wel maar ik wil me niet laten kennen. Ik zal ook nooit zeggen: ik kan het niet betalen. Mijn studiegenoten zijn allemaal tweeverdieners, veel advocaten. En ik kom uit een familie van tweeverdieners. Mijn broer en zussen hebben die keuze kunnen maken, maar ik heb door mijn ziekte geen keuze gehad. Ik ben nu in de buurt van de armoedegrens terechtgekomen.”
“Tegen mij werd in feite gezegd: jij gaat vanaf nu veel armer dan voorheen leven, je zal nooit dezelfde levensstijl hebben als je familie en vrienden. Als alleenstaande zou ik kosten kunnen delen door samen te gaan wonen. Omdat ik een uitkering heb, is dat geen optie omdat ik dan het grootste deel van mijn uitkering verlies. Dan val ik in de categorie ‘samenwonende’. Ik zou dan nog maar een heel lage uitkering ontvangen. Zelfs al zou ik een relatie hebben, dan daalt mijn uitkering zodat we als gezin van 1 inkomen moeten leven. Zelfs al zou ik verliefd worden op iemand die goed verdient, ik ben dan wel afhankelijk van mijn partner en dat voelt niet goed. Iedereen zou een eigen menswaardig inkomen moeten hebben, vind ik. Zo behoud je je waardigheid ook als je gaat samenwonen met je partner.”
Schaarste
“Ik ben een boek aan het lezen over schaarste en hoezeer mensen die in of dichtbij de armoedegrens zitten, gefocust zijn op wat alles kost. Ikzelf ben me echt bewust geworden van mijn uitgaven. Stel dat ik een nieuwe zetel koop van 500 euro, dan ben ik me heel erg bewust van wat ik daarvoor allemaal moet laten.”
“Ik denk wel dat mijn dochter niets tekort komt. Ze kijkt er zelf van op hoe een paar kinderen hier uit de buurt letterlijk bij alles zeggen hoeveel het kost. Gelukkig is zij daar niet mee bezig. Volgens dat boek verdwijnen een hoop andere dingen uit je blikveld en dus uit je wereld. Je kan nu eenmaal niet op alles tegelijk focussen. Net zoals ook je energie eindig is en je moet kiezen waar je die aan besteedt.”
Dit soort mechanismen weerhoudt mensen in armoede volgens Eefje er van om manieren te vinden om eruit te geraken. “In plaats van leren met geld omgaan, hebben veel mensen in armoede gewoon nood aan meer geld. Ze weten heel goed hoe ze het zinvol kunnen besteden. En met meer ruimte in hun budget, krijgen ze meer ruimte in hun hoofd en kunnen ze zelf hun perspectieven verruimen.”