Doorbraak ondersteuning voor leerlingen met een handicap
Leerlingen met een verslag type 2, 4, 6 of 7 ontvangen momenteel veel minder ondersteuning in het gewoon onderwijs in vergelijking met de leerlingen in het buitengewoon onderwijs. Om dit op te lossen voert Minister Crevits vanaf 1 september 2019 een open end financiering in. Wat zal er veranderen?
Onderwijsdecreet XXIX
In het ontwerp van decreet over het onderwijs XXIX, goedgekeurd op de ministerraad van 1 februari 2019, zijn een aantal maatregelen opgenomen om de ondersteuning van leerlingen met een (gemotiveerd) verslag[1] type 2, 4, 6 of 7 te verhogen.
GRIP geeft al lang aan dat leerlingen die les volgen in het buitengewoon onderwijs kunnen rekenen op meer ondersteuning dan in het gewoon onderwijs. Met andere woorden: leerlingen die les volgen in het gewoon onderwijs en een verslag hebben ontvangen te weinig ondersteuning (zie onder andere artikel 'Overgangsmaatregelen kleine types'). De maatregelen opgenomen in onderwijsdecreet XXIX vinden wij dan ook een verdere stap in de richting van kwaliteitsvol inclusief onderwijs.
In dit artikel geven we enkel een overzicht van de maatregelen die in het decreet zijn opgenomen. Het effect van deze maatregelen dienen we nog grondig te bestuderen. We komen hier zeker nog op terug in de loop van de komende weken.
Leerlingen type 7 spraak- en taalontwikkelingsstoornissen (STOS)
Leerlingen met een (gemotiveerd) verslag type 7 STOS worden uit de regeling van de ondersteuningsnetwerken gehaald en zullen vanaf 1 september 2019 ondersteuning ontvangen vanuit het buitengewoon onderwijs. Zo komen ze terecht in de open end financiering verbonden aan de scholen buitengewoon onderwijs en zijn ze niet meer afhankelijk van een ondersteuningsnetwerk.
Leerlingen met een verslag type 2, 4, 6 of 7
Vanaf 1 september 2019 zullen leerlingen met een verslag type 2, 4, 6, of 7 (of inschrijvingsverslag[2] type 2) een gelijke financiering ontvangen ongeacht of ze naar gewoon of buitengewoon onderwijs gaan. Met financiering wordt zowel omkadering als werkingsmiddelen bedoeld. De omkadering zal kunnen ingezet worden voor begeleiding in het gewoon onderwijs. De werkingsmiddelen moeten aangewend worden om de kosten te dekken die met de begeleiding van de leerling in het gewoon onderwijs samenhangen.
Leerlingen uit het basisonderwijs genereren volgende omkadering:
- type 2: 3,225 lestijden en 3,9 uren;
- type 4: 3,225 lestijden en 5,0 uren;
- type 6: 4,170 lestijden en 2,1 uren;
- type 7: 4,170 lestijden en 2,9 uren.
De lestijden kunnen aangewend worden voor onderwijzend personeel en de uren kunnen aangewend worden voor medisch, paramedisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel.
Leerlingen uit het secundair onderwijs generen volgende omkadering:
- type 2: 4 lesuren en 1,5 uren;
- type 4: 3,420 lesuren en 3,5 uren;
- type 6: 4,436 lesuren en 1,5 uren;
- type 7: 3,850 lesuren en 1,6 uren.
De lesuren kunnen aangewend worden voor onderwijzend personeel en de uren kunnen aangewend worden voor medisch, paramedisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel.
Een CLB kan vanaf 1 september 2019 voor leerlingen met een verstandelijke, fysieke, visuele of auditieve beperking of met een spraak- of taalontwikkelingsstoornis die voor het eerst naar school gaan en die van bij de start nood hebben aan een individueel aangepast curriculum[3] in het gewoon onderwijs, een verslag opmaken op basis van een inschatting van het onredelijk of onvoldoende zijn van de aanpassingen die nodig zijn om de leerling mee te nemen in het gemeenschappelijk curriculum. Let op: daar de leerlingen in het bezit zijn van een verslag, gebeurt de inschrijving onder ontbindende voorwaarde[4].
Leerlingen met een gemotiveerd verslag type 2, 4, 6 of 7
Leerlingen met een gemotiveerd verslag (of inschrijvingsverslag) zullen vanaf 1 september 2019 de volgende begeleidingseenheden genereren:
- type 2: 2 begeleidingseenheden;
- type 4: 2 begeleidingseenheden;
- type 6: 3,51 begeleidingseenheden;
- type 7: 2,38 begeleidingseenheden.
Regie
Scholen voor gewoon onderwijs zullen voor elke leerling type 2,4, 6 en 7 na overleg met de ouders moeten aangeven met welke school voor buitengewoon onderwijs ze zullen samenwerken. Dit kan netoverschrijdend. Het is de school voor gewoon onderwijs die de regie in handen heeft maar de school voor buitengewoon onderwijs zal de middelen voor ondersteuning ontvangen.
De scholen voor gewoon onderwijs bekijken samen met de ouders, CLB en ondersteunende school/scholen voor buitengewoon onderwijs hoe het pakket aan gegenereerde middelen ingezet gaat worden.
Van scholen buitengewoon onderwijs wordt verwacht dat ze netoverschrijdend gaan samenwerken om zo expertise te delen.
Open end
Ondersteuning vanuit het buitengewoon onderwijs zal voor deze leerlingen kunnen starten op 1 september of op 1 februari. Indien het aantal aanmeldingen van leerlingen met (gemotiveerd) verslag type 2, 4, 6 of 7 aangroeit zal de school voor buitengewoon onderwijs extra budget ontvangen vanaf de volgende startdag. Leerlingen die gekend zijn krijgen steeds ondersteuning vanaf 1 september.
Kwaliteit
GRIP strijdt voor kwaliteitsvol inclusief onderwijs en is dan ook blij dat de onderwijsinspectie de taak toebedeeld krijgt om kwaliteitscontrole uit te voeren op de opmaak van (gemotiveerde) verslagen type 2, 4, 6 en 7.
Leerlingen met een (gemotiveerd) verslag type basisaanbod, 3 of 9
De leerlingen met een (gemotiveerd) verslag type basisaanbod, 3 of 9 zullen nog steeds ondersteuning ontvangen vanuit een ondersteuningsnetwerk.
De open end financiering zal geen invloed hebben op het budget van de ondersteuningsnetwerken daar ze sinds 2018 – 2019 een eigen budget hebben, waar het budget van 2018 - 2019 als ondergrens geldt. Let wel op: het totale budget voor de ondersteuningsnetwerken kunnen enkel stijgen als het aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs afneemt. Het totale budget is dus niet afhankelijk van het aantal aangemelde leerlingen.
Stand van zaken decreet
Na advies van de Raad van State en de VLOR heeft de Vlaamse Regering het ontwerp van decreet over het onderwijs XXIX goedgekeurd op de ministerraad van 1 februari 2019. De volgende stap is dat het ontwerpdecreet voorgelegd wordt aan het Vlaamse Parlement ter goedkeuring.
[1] Met een verslag kan een leerling school lopen in een gewone school met een individueel aangepast curriculum of les volgen in het buitengewoon onderwijs. Een gemotiveerd verslag geeft een leerling met specifieke onderwijsnoden die het gewoon curriculum volgt, recht op ondersteuning via het ondersteuningsnetwerk of het buitengewoon onderwijs.
[2] Sommige leerlingen beschikken nog over een inschrijvingsverslag dat gebruikt werd vóór het M-decreet van kracht werd.
[3] Een individueel aangepast curriculum (IAC) is een leerprogramma op maat van een leerling met een verslag die school loopt in het gewoon onderwijs.
[4] Met een verslag mag een leerling zich inschrijven in het gewoon onderwijs. De gewone school mag die inschrijving niet weigeren. De school zal de leerling voorlopig inschrijven onder ontbindende voorwaarde. De school overlegt met de leerling, de ouders, de klassenraad en het CLB en gaat na welke aanpassingen nodig zijn. Vindt de school die aanpassingen redelijk, dan wordt de leerling definitief ingeschreven.
Contact
Seline Somers 0499 34 94 80 seline@gripvzw.be