Koud
Birgit, een mama van 2 kinderen waarvan één kindje inclusief onderwijs volgt, schrijft neer hoe de communicatie van minister Weyts over de conceptnota Decreet Leersteun bij haar is binnengekomen.
Ik kreeg het koud toen ik gisteren om 6.00 uur mijn krant vastnam en las: ‘Scholen mogen kinderen weigeren. Vaak weten ze dat zelfs niet’. Een uitspraak van onderwijsminister Ben Weyts. Een onderwijsminister zou er eentje moeten zijn voor àlle kinderen. Helaas blijkt uit deze uitspraak nog maar eens dat Minister Weyts geen minister is van de leerlingen in een inclusietraject. Integendeel.
In zijn nieuwe leersteundecreet is opgenomen dat, als de ‘ last’ voor scholen te hoog is, dat die scholen dan eenzijdig vanuit de klassenraad en zonder énige inbreng van ouders (of bij uitbreiding betrokken ondersteuners of therapeuten), kunnen beslissen dat een kind geweigerd wordt.
Hij zou ook kunnen het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap respecteren en naleven en er dus voor zorgen dat ook onze kinderen kwaliteitsvol onderwijs kunnen genieten. Dat hun inclusief traject voldoende ondersteund wordt. Dat wij als ouders mee rond de tafel mogen zitten als er beslissingen moeten genomen worden. Als het goed gaat maar evenzeer als het minder goed gaat. Wij kiezen voor inclusie omdat wij ervan overtuigd zijn dat inclusief onderwijs, kwaliteitsvol onderwijs is. Dit wordt helaas totaal genegeerd door onze onderwijsminister die het woord inclusie zelfs maar weigert uit te spreken.
Nergens staat in dat nieuwe leersteundecreet maar enige verwijzing naar ons, ouders. Wij zijn nochtans de specialisten als het over ons kind gaat. Wij weten waarom het de ene dag wél loopt in de klas en de andere dag minder. Waarom groene oefeningen vlot afgewerkt worden en paarse minder vlot. Waarom lezen in dit leesboekje foutloos gaat en in een ander met horten en stoten. Wij weten dat omdat wij zeer intensief bezig zijn met de ontwikkeling van ons kind. Dag en ja soms ook nacht.
Een ouder is toch bij uitstek de persoon die betrokken partij is in een onderwijstraject. Dat geldt voor àlle kinderen maar zeker voor die van ons. Onze kinderen zijn dikwijls niet bij machte om zelf te vertellen waarom ze blij, boos, verdrietig zijn. Wij zijn in vele gevallen hun stem. Wij kunnen dikwijls heel eenvoudige oplossingen geven voor kleine of grote problemen. Maar als wij niet als betrokken partner gezien worden door de school en dit wordt ook niet geadviseerd of opgelegd door iets als het leersteundecreet, dan hebben wij geen poot om op te staan. Dan eindigt de communicatie nog voor ze begonnen is. En laat communicatie nu nét de sleutel zijn tot een waardevol inclusietraject.
Ik voel me zwaar in de steek gelaten door de persoon die er net wél zou moeten zijn voor mij en voor mijn kind. De persoon die minister zou moèten zijn voor alle kinderen. Helaas valt die van mij, weer maar eens, uit de boot. Het is koud in mijn hart.
Birgit