Reactie op het Vlaams regeerakkoord: inclusief onderwijs
In dit regeerakkoord lezen we de plannen voor inclusief onderwijs; de ondersteuning van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en de samenwerking tussen gewoon en buitengewoon onderwijs.
GRIP merkt hier opnieuw een groot tekort aan ambitie voor inclusief onderwijs en vindt nauwelijks plannen om inclusief onderwijs te realiseren. De Vlaamse Regering kiest nog altijd niet voor een ééngemaakt, kwalitatief onderwijssysteem. Ze blijft vasthouden aan het onderscheid tussen gewoon en buitengewoon onderwijs en ze voorziet tal van investeringen om het buitengewoon onderwijs verder uit te breiden.
Het principe "gewoon onderwijs als het kan, buitengewoon onderwijs als het nodig is" blijft overeind. Dit principe strookt niet met het VN-Verdrag Handicap dat inclusie en een volledig inclusief onderwijssysteem vooropstelt. Inclusie betekent dat alle leerlingen, ongeacht hun ondersteuningsnoden, samen naar school gaan in hun buurt, met gepaste ondersteuning.
Waarom kiest de regering niet voor één onderwijssysteem dat alle leerlingen gelijke kansen biedt?
Leerlingenvervoer en uitbouw buitengewoon onderwijs
Het probleem van het leerlingenvervoer in het buitengewoon onderwijs, zoals het regeerakkoord voorstelt, kan niet structureel worden opgelost zolang leerlingen individueel naar gespecialiseerde scholen worden vervoerd. De enige oplossing die werkelijk duurzaam is, ligt in de uitbouw van een inclusief onderwijssysteem. Leerlingen kunnen dan in hun buurt naar de school met de nodige ondersteuning. Er zijn geen lange reistijden.
Het voornemen om buitengewoon onderwijs uit te breiden strookt niet met het VN-Verdrag Handicap en ook niet met artikel 22ter van de Grondwet. Dit artikel garandeert de inclusie van personen met een handicap in de samenleving.
Verwarring over pionierscholen
Daarnaast wil GRIP wijzen op een verwarring in terminologie in het regeerakkoord waarin staat:
"We faciliteren de samenwerking tussen scholen voor gewoon en buitengewoon onderwijs. Scholen voor gewoon en buitengewoon onderwijs die als 1 school willen functioneren, krijgen die mogelijkheid. Zij nemen een rol op als pioniersscholen en brengen verder de mogelijkheden en drempels in de samenwerking tussen buitengewoon en gewoon onderwijs in kaart.’"
Dit wijkt af van het advies van de Commissie Inclusief Onderwijs. In dat advies worden pionierscholen gedefinieerd als kwalitatieve inclusieve scholen waar leerlingen uit de buurt, ongeacht hun ondersteuningsnood, samen naar school gaan. Dit zijn dus geen campussen waar een gewone school en een school voor buitengewoon onderwijs gevestigd zijn. Pionierscholen zijn scholen die vooroplopen in het realiseren van écht inclusief onderwijs.
Een aantal punten zijn onduidelijk
GRIP hoopt dat hierover spoedig duidelijkheid komt:
- Wat wordt bedoeld met een Staten-Generaal? Welke concrete resultaten wil de Vlaamse Regering bereiken met deze Staten-Generaal over inclusief onderwijs? Wordt het advies van de Commissie hierbij erkend en uitgevoerd?
- Wat is het doel van het inschrijvingsdecreet voor het buitengewoon onderwijs? Hoe past dit binnen de visie van een meer inclusief onderwijssysteem?
GRIP pleit voor:
- Een plan voor implementatie van inclusief onderwijs waarbij het advies van de Commissie Inclusief Onderwijs kan inspireren.
- "Buitengewoon als het nodig is" is duidelijk verbonden met de huidige situatie. Deze slagzin dient losgelaten te worden zodanig dat inclusie de norm wordt.
- Opstarten van inclusieve pionierscholen in plaats van campusscholen. Pionierscholen dragen bij aan inclusie door geen scheiding te maken tussen gewoon en buitengewoon onderwijs. Alle leerlingen samen in één school.
- Een brug slaan tussen onderwijs en welzijn. Dit betekent dat ondersteunende diensten uit het welzijnsveld optimaal geïntegreerd worden in het onderwijs, zodat leerlingen op alle vlakken de zorg en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Het wegwerken van de wachtlijst PAB staat hierbij voorop.
- Leerlingen en hun ouders expliciet als gelijkwaardige partners benoemen in het onderwijsproces, zodat zij inspraak hebben en hun noden centraal staan bij het vormgeven van inclusief onderwijs.
Kortom
GRIP blijft aandringen op een duidelijke keuze voor één onderwijssysteem, in lijn met internationale verplichtingen en fundamentele mensenrechten. Het is essentieel dat zowel onze eigen grondwet als internationale verdragen, zoals het VN-Verdrag Handicap, de Concluding Observations van het VN-Comité (2024) worden gehanteerd als baken in het beleidsproces.