Voorlopige standpunten GRIP over de open end financiering

Hoe staat GRIP tegenover de nieuwe maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften opgenomen in onderwijsdecreet XXIX?

Standpunten huidige situatie

GRIP heeft reeds vaak aangegeven dat het recht op inclusief onderwijs in Vlaanderen nog niet op punt staat. We zijn de mening toegedaan dat het M-decreet een eerste stap is richting inclusief onderwijs voor alle leerlingen maar er dienen nog verdere stappen gezet te worden om inclusief onderwijs waar te maken als eerste optie voor alle leerlingen met een specifieke onderwijsnood. Momenteel doen er zich nog heel vaak tekorten voor op het vlak van de ondersteuning voor zowel leerlingen als leerkrachten. Kwalitatief inclusief onderwijs kan enkel wanneer er de nodige, gepaste ondersteuning wordt voorzien.

Nu dus een nieuwe maatregel vanaf 1 september 2019

Leerlingen met een verslag type 2, 4, 6 of 7 ontvangen momenteel veel minder ondersteuning in het gewoon onderwijs in vergelijking met de leerlingen in het buitengewoon onderwijs. Om dit op te lossen voert Minister Crevits vanaf 1 september 2019 een open end financiering in.

Dit werd vastgelegd in het ontwerp van decreet betreffende het onderwijs XXIX, goedgekeurd op de ministerraad van 1 februari 2019 (memorie van toelichting).

Reactie van GRIP

  • Het tekort aan ondersteuning voor leerlingen en leerkrachten binnen inclusief onderwijs is effectief een probleem. We vragen vanuit GRIP  al jarenlang een doeltreffende oplossing. 
  • De gelijkschakeling aan middelen is een goede zaak. GRIP heeft er altijd voor gepleit dat er duidelijkheid zou komen over de ondersteuning en dat er minimaal een gelijk pakket aan middelen voorzien wordt voor leerlingen binnen inclusief onderwijs als voor leerlingen buitengewoon onderwijs. Op die manier zou de jarenlange benadeling van de keuze voor inclusie weggewerkt kunnen worden.
  • GRIP zal de komende weken en maanden opvolgen wat de nieuwe maatregelen concreet betekent. Op het eerste zicht is de verdeling van de middelen tussen lesuren/lestijden en (begeleidings)uren te zeer ingegeven vanuit het kader van het buitengewoon onderwijs. Dit is dus mogelijks niet echt de meest aangewezen werkwijze binnen inclusief onderwijs.
  • Met deze gelijkschakeling zijn we zeker nog niet waar we moeten landen om te kunnen spreken van een echt recht op inclusief onderwijs. We zien nog een aantal knelpunten, onder meer op het vlak van de wachtlijsten PAB, de certificering en de correcte toepassing van het inschrijvingsrecht.

Breder kader: stap per stap op weg naar voldoende en gepaste ondersteuning binnen het inclusief onderwijs

Inclusief onderwijs is een recht!

Kwalitatief inclusief onderwijs is enkel mogelijk wanneer er voldoende middelen voor ondersteuning worden voorzien. In het M-decreet was daar weinig rond vastgelegd. Wel was er de waarborgregeling die voorzag dat als het leerlingenaantal in het buitengewoon onderwijs daalde, de vrijgekomen middelen konden worden ingezet voor ondersteuning van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon onderwijs.

Men merkte heel wat tekorten en onduidelijkheden op op het vlak van ondersteuning binnen het inclusief onderwijs. Dit pijnpunt was en is voor alle betrokkenen voldoende bekend. De minister van onderwijs is op gebied van ondersteuning verder blijven sleutelen.

In september 2017 werd van start gegaan met een nieuw ondersteuningsmodel opgestart, ter vervanging van de vroegere GON- en ION-begeleiding. De ambitie van minister Crevits was hierbij om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften de gepaste ondersteuning te bieden in het gewoon onderwijs. Dit liep niet van een leien dakje (zie artikel 'Hoe verliep de opstart van het nieuwe ondersteuningsmodel')

Vorig schooljaar (6 juli 2018) heeft de Vlaamse overheid het wijzigingsdecreet M goedgekeurd, waarbij ook het nieuwe ondersteuningsmodel werd bijgestuurd door het doorvoeren van een reeks overgangsmaatregelen. Daarbij werd ook gekozen om een open end financiering uit te werken voor leerlingen binnen de kleine types met ingang van 1 september 2019. Dit betekent als er meer leerlingen met een (gemotiveerd) verslag type 2, 4, 6 of 7 inclusief onderwijs volgen de overheid meer middelen voorziet voor ondersteuning binnen het gewoon onderwijs.

Dit laatste is nu verder uitgewerkt en vastgelegd in onderwijsdecreet XXIX. We weten nog niet welk effect deze maatregelen zullen hebben maar houden jullie verder op de hoogte.

Gerelateerde artikels

Verberg submenu