Wat verwacht GRIP van de volgende minister van onderwijs?
Onderwijs is een veel besproken thema tijdens de aanloop naar de verkiezingen van 26 mei 2019. Wat verwacht GRIP rond inclusie en M-decreet?
Als we ons verdiepen in de programma’s dan gaan de partijen voor kwaliteitsvol onderwijs. Maar dit betekent voor elke partij iets anders. De ene heeft het over de lat verhogen, de ander over elitescholen en nog anderen over gratis onderwijs. In verband met het M-decreet hebben zowat alle partijen het over het 'evalueren en bijsturen van het M-decreet'. Zo is dit ook vastgelegd in de motie aangenomen door CD&V, N-VA, Open Vld, sp.a en Groen op woensdag 20 maart 2019:
‘het decreet van 21 maart 2014 betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (M-decreet) zowel inzake regelgeving als inzake uitvoering op alle onderwijsniveaus evalueren en bijsturen zodat alle leerlingen, zowel in het gewoon als het buitengewoon onderwijs de gepaste ondersteuning krijgen waarbij de grootste leerkansen worden gegarandeerd;’
Maar het blijft wel onduidelijk in welke richting een bijsturing dan zou moeten gaan. Geen enkele politieke partij spreekt zich daar echt over uit.
GRIP wil hoe dan ook dat er verdere stappen gezet worden in de richting van inclusie. Het M-decreet hebben we meermaals beoordeeld als 'inclusie-light'. Dus verwachten we van de volgende minister van onderwijs dat hij of zij stevige beleidsmaatregelen neemt om de komende vijf jaar te komen tot een kwalitatief inclusief onderwijssysteem.
Zie ook artikel in Knack 'Niemand wil het nog over het einddoel van het M-decreet hebben'
GRIP vraagt aan de volgende minister van onderwijs:
1. Zorg voor voldoende, gepaste ondersteuning in het gewoon onderwijs om inclusie waar te maken.
In eerste instantie is een gelijkschakeling van de ondersteuning voor leerlingen met een verslag buitengewoon onderwijs nodig. Dit wil zeggen: dezelfde middelen voor een traject binnen de gewone school als voor een traject in het buitengewoon onderwijs. Dit wordt voorzien vanaf 1 september 2019 voor de leerlingen met een verslag type 2, 4, 6 of 7 (zie artikel: Doorbraak ondersteuning voor leerlingen met een handicap in het gewoon onderwijs). Maar dit zou ook voor andere leerlingen moeten worden toegepast zoals leerlingen met autisme.
In tweede instantie is er nood aan het optimaliseren van de ondersteuning die aan leerlingen met een handicap wordt geboden. Het nieuwe ondersteuningsmodel lost de verwachtingen niet in.
2. Versterk de leerzorg op fase 0 en 1
Verschillende leerkrachten hebben de laatste weken hun klas geschetst: grote klas met leerlingen met DCD, dyslexie, dysorthografie, ADHD, moeilijke thuissituatie, problemen met de Nederlandse taal, laag zelfbeeld, … In het onderwijs bepaalt men de zorg van een leerling aan de hand van zorgcontinuüm (zie figuur). Voorgenoemde leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften horen in dit continuüm in fase 0 en 1[1].
We merken dat vele leerkrachten de werkdruk wijten aan leerlingen binnen fase 0 en 1. Scholen zijn met andere woorden nog niet sterk genoeg om deze leerlingen die het gemeenschappelijk curriculum volgen maar specifieke onderwijsbehoeften hebben, kwaliteitsvol onderwijs te geven.
Voordat het M-decreet ingevoerd was, zaten deze kinderen ook al in het gewoon onderwijs. De maatschappij is er zich misschien gewoon meer van bewust dat men niet alleen les moet geven aan de middenmaat maar dat alle leerlingen, zowel de ‘sterkere’ als de ‘zwakkere’, onderwijs op maat moeten krijgen. Dat elk kind uniek is, ontwikkelt op eigen tempo, eigen competenties heeft waardoor er van de leerkrachten meer differentiatie gevraagd wordt. Maar dit heeft niets met het invoeren van het M-decreet te maken.
Stop de polemiek over het M-decreet door objectief de juiste knelpunten binnen het onderwijs te benoemen waaronder problemen op fase 0 en 1 in het zorgcontinuüm (zie ook artikel ‘Hoe verder met het M-decreet?’)
[1] Fase 0 is de brede basiszorg die aan alle leerlingen wordt aangeboden en wordt door de klasleerkracht toegepast en opgevolgd. Wanneer blijkt dat de leerling meer nodig heeft bekijkt het zorgteam van de school hoe de leerling extra zorg kan krijgen binnen de school. Men spreekt hier van verhoogde zorg of fase 1 binnen het zorgcontinuüm. Binnen fase 0 en fase 1 is het CLB, het ondersteuningsnetwerk en het buitengewoon onderwijs niet betrokken.
3. Blijf intensief inzetten op professionaliseren en begeleiden van leerkrachten om te kunnen lesgeven in een inclusief onderwijssysteem
De vraag naar extra ondersteuning binnen het onderwijs blijft groot. Niet alleen leerkrachten vragen dit maar ook de leerlingen en hun ouders. Men hoort ook dikwijls dat de leerkrachten niet zijn opgeleid om te werken met de diversiteit die ze terugvinden in hun klas. Uit de partijprogramma’s is af te leiden dat men extra wil inzetten om de leerkrachten te professionaliseren maar waarom heeft men dan in deze legislatuur de competentiebegeleiders[2] afgebouwd?
[2] Competentiebegeleiders professionaliseren scholen en leerkrachten zodat ze kunnen omgaan met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.
4. Ga in gesprek met uw collega’s, onder meer om meer middelen vrij te maken voor persoonlijk assistentiebudget (PAB) voor minderjarigen
Om het ondersteuningsmodel binnen het M-decreet verder effectief uit te bouwen zal de minister van onderwijs haar collega’s binnen de Vlaamse en federale regering best aanspreken om middelen voor ondersteuning binnen hun beleidsdomeinen te heroriënteren en prioritair te zetten voor inclusief onderwijs. We denken daarbij in de eerste plaats aan het wegwerken van de wachtlijsten voor PAB (zie ook artikel: Meer PAB's nodig voor inclusief onderwijs).
5. Voorzie formele beleidsparticipatie voor ouders van kinderen met een handicap en respecteer hun rol
Deze legislatuur heeft minister Crevits een onderzoek laten uitvoeren in verband met beleidsparticipatie voor handicaporganisaties. De vaststelling is immers dat zij nauwelijks betrokken worden bij de beleidsontwikkelingen. In het onderzoek kwam naar voren dat er nood is aan een formeel overlegplatform dat kan aanschuiven aan beleidstafels. Dit is echter tot op heden nog niet gerealiseerd. Ook worden de ouders niet altijd gerespecteerd waardoor ze geen medezeggenschap hebben over hun eigen kind.
6. Onderschrijf het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap volledig via het opstellen van een plan van aanpak naar één inclusief onderwijssysteem
Het duale systeem dat we vandaag kennen, met gewoon en buitengewoon onderwijs, is niet conform het VN-verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap. Op termijn zullen we evolueren tot één systeem van inclusief onderwijs. Dat is echter een ander systeem dan het gewoon onderwijs dat we vandaag de dag kennen. Maar zolang er geen kwaliteitsvol inclusief onderwijs kan worden geboden, hebben we nog buitengewoon onderwijs nodig. Dit dient echter samen met het gewoon onderwijs via een plan van aanpak omgevormd te worden tot één inclusief onderwijssysteem.