De begeleiding van Ot is veel standvastiger dankzij het PAB-budget
Ot is 10 jaar en gaat naar het vijfde leerjaar in het gewoon basisonderwijs. Hij volgt het gewoon curriculum en heeft een verslag type 4. Mama Kaat vertelt over zijn doorzettingsvermogen.
Kaat: Ot is, voor zover wij weten, zowel in Vlaanderen als in Nederland, het eerste kind met zijn type handicap dat inclusief onderwijs volgt. De meeste kinderen met zijn complexe problematiek krijgen uitzondering van leerplicht . Ze komen dan meestal in de zorg terecht en krijgen geen onderwijs. Slechts enkele uitzonderingen volgen buitengewoon onderwijs. Dus we wisten totaal niet wat we moesten verwachten toen we Ot inschreven in een gewone school.
Ot zit al zijn ganse schoolloopbaan in dezelfde Freinetschool . We ondervonden geen problemen bij de inschrijving omdat we onmiddellijk aangaven dat Ot voltijds ondersteuning nodig heeft en dat wij die zouden bewerkstelligen. Dat wil niet zeggen dat zijn parcours altijd even gemakkelijk is geweest maar de school wou ervoor gaan.
Het is die voltijdse ondersteuning die tot nog toe voor de nodige problemen heeft gezorgd. We stonden bij de start van zijn schoolloopbaan nog op de wachtlijst voor een PAB-budget, dus we moesten heel creatief zijn. We hebben beroep gedaan op stagiairs, vrijwilligers, ondersteuners die wij privé betaalden en diensten van de thuiszorg. Dit zorgde echter niet voor continuïteit in de begeleiding. De kwaliteit van de ondersteuning was ook niet altijd ok maar we hadden geen andere keuze.
In de kleuterschool waren de vele wissels in begeleiding in zeker mate nog haalbaar. Het was ook niet zo erg als Ot een aantal periodes niet naar school kon. Maar vanaf de lagere school diende er continuïteit te zijn zowel voor de school als voor Ot. Het begon dus moeilijker te worden.
De overgang van de kleuterschool naar het eerste leerjaar is voor elk kind een grote stap. Toch is het voor Ot vlot verlopen, mede dankzij het feit dat hij op dezelfde school is gebleven: het is een kleine school en er wordt klasoverschrijdend gewerkt, alle kinderen kennen hem en, natuurlijk ook belangrijk, de inzet van de juf. De juf van het eerste leerjaar heeft het super gedaan al was het een heel moeilijk jaar, zowel voor Ot als voor zijn klasgenoten.
Een aantal dagen voor de start van het tweede leerjaar kregen we van de dienst waarmee we onze belangrijkste samenwerking hadden, plots te horen dat zij Ot niet meer gingen ondersteunen. We hadden toen ook nog geen PAB-budget. Dit betekende dat we voor Ot in een paar dagen tijd ongeveer een halftijdse ondersteuning moesten zoeken en dit met zo goed als geen financiële middelen. Ik heb toen besloten om mijn werk op te geven om Ot voltijds te kunnen ondersteunen op school. Ook voor de school was het een grote stap om een ouder hiervoor voltijds in de klas toe te laten. Maar de school begreep dat er geen andere oplossingen waren en in overleg met de juf ging de directie akkoord. Over de jaren heen gaven leerkrachten soms aan dat het teveel werd maar we hebben steeds manieren gevonden om verder te doen. De school heeft ook altijd met ons naar oplossingen gezocht.
De periode zonder PAB-budget was een periode met constante stress omdat we zo afhankelijk waren van vrijwilligers er geen continuïteit was in Ot zijn ondersteuning. De juf bijvoorbeeld moest die wisselende ondersteuning steeds zien zitten. En ook van Ot vroeg het veel. Het duurt ongeveer 2 maanden voordat een ondersteuner Ot volledig begrijpt. Door de vele wissels heeft hij het een tijd moeilijk gehad om nieuwe ondersteuners te vertrouwen en blokkeerde hij volledig.
Tijdens dat tweede leerjaar werd in mei het PAB-budget effectief toegekend. We stonden 6 jaar op de wachtlijst. Die toekenning heeft onmiddellijk stress en (financiële) druk weggenomen. Het budget zorgt voor een standvastiger ondersteuning en dat maakt heel veel verschil voor Ot. De ondersteuning is ook veel kwaliteitsvoller omdat we de assistenten zelf kunnen kiezen. Vroeger ging Ot zijn energie naar het opbouwen van een relatie met zijn ondersteuners. Dat is nu niet meer aan de orde. Hij kan nu meer energie steken in zijn vriendschappen en zijn ontwikkeling.
Ot volgt geen individueel aangepast curriculum (IAC) omdat de school zegt: elk individu is uniek. Hij volgt de leerstof zoals zijn vrienden en de aanpassingen zijn doorgedreven. We zien dat we alles kunnen aanpassen zodat hij de leerstof kan opnemen. Hij verwerkt niet alles op dezelfde manier als de andere leerlingen maar we gaan af op wat hij ons aangeeft.
We vertrekken niet altijd van de handboeken op school maar we vertrekken van de eindtermen. Wat moet Ot behalen? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat hij de leerstof opneemt? Zowel Ot als wij hebben veel inspraak. Hij is heel graag met taal bezig en communiceert met een spraakcomputer. Zijn stem in het verhaal is heel belangrijk. Dat werkt heel goed. Het is plezant voor hem dat zijn inspanningen gezien en geapprecieerd worden. Want wij weten niet hoe het voelt om in zijn lichaam te functioneren.
Tot op heden kan hij heel mooi volgen. Op zijn manier maar steeds mee met het curriculum. Hij kan dus nog steeds op het einde van het 6de leerjaar zijn getuigschrift basisonderwijs behalen. De school heeft een heel grote basiszorg. Ze werken niet alleen zo voor Ot maar bekijken elke leerling als uniek. We hebben met onze school wel echt heel veel geluk.
We denken nu zelfs al aan het middelbaar onderwijs. Niet alleen aan welke richtingen haalbaar zijn maar ook aan waar zijn vriendjes naar school zullen gaan. Die zijn heel belangrijk voor hem en zijn natural support. Ze vragen bijvoorbeeld: “Wanneer mogen we naar de film zonder een begeleider?”
Ot krijgt ongeveer 2 uur ondersteuning vanuit het buitengewoon onderwijs. Dat is niet altijd met dezelfde begeleider. Er waren jaren dat we al na een aantal maanden de samenwerking stopzetten. Het is voor een begeleider - met 2 uur in de week – moeilijk om Ot goed te leren kennen. Je voelt dat er binnen de begeleiders van het buitengewoon onderwijs weinig expertise is om de kinderen met zo een complexe problematiek en hun leerkrachten te ondersteunen. Er wordt niet gewerkt vanuit een inclusieve visie. Door de begeleiders van Ot werden werkmethoden uit het buitengewoon onderwijs dikwijls gekopieerd naar het gewone onderwijs en dat werkt voor ons niet en ook niet voor de juffen van Ot. We zijn niet op zoek naar taakjes met een timer. We zijn op zoek naar hoe hij zinvol deel uitmaakt van de klas. Dat botste heel hard.
We krijgen ook steeds de minst ervaren begeleiders alhoewel Ot één van de leerlingen met de meest complexe problematiek is. We hebben hier nooit iets over gezegd omdat we de begeleiding nodig hebben.
Maar het afgelopen jaar hadden we wel een goede samenwerking met een ondersteuner, zij deed het naar ons gevoel zoals het moest. Ze concentreerde zich vooral op de eindtermen. En als ze ergens vast zat, dan ging ze te rade bij anderen. Ze heeft ons als ouder ontlast en oplossingen aangeboden. Maar die begeleider zal het komende schooljaar niet meer de begeleider van Ot zijn wegens een wijziging binnen haar school. We hopen dat de opvolger de begeleiding van Ot op dezelfde manier zal aanpakken en dat we niet terug van nul moeten beginnen. Dit is echt heel frustrerend voor ons als ouder. Ook de begeleider van Ot zelf en de Freinetschool waren vragende partij om de begeleiding verder te zetten.
Het is soms heel moeilijk. We hebben momenten gehad van “het gaat niet meer, het vergt te veel”. We twijfelden niet aan de keuze voor inclusief onderwijs, maar wel over hoe het praktisch haalbaar maken zonder de structurele ondersteuning waarop we lang hebben moeten wachten. We hebben heel veel veranderd in ons leven om Ot de kans te geven om gewoon onderwijs te kunnen volgen. Enerzijds ben ik heel blij dat we volgehouden hebben maar anderzijds is het heel jammer dat het zoveel energie vergt. Als ouder moet je stevig in je schoenen staan, overtuigd zijn om door te zetten. We begrijpen dat sommige gezinnen inclusie wel heel hard willen maar spijtig genoeg een ander pad moeten opgaan door het gebrek aan ondersteuning. Dat is spijtig. Het is niet voor iedereen weggelegd. Je hebt namelijk geen zekerheid dat het gaat lukken. Je bent heel kwetsbaar. Je geeft je job op maar morgen kan de school zeggen dat je kind niet meer welkom is.
Momenteel ben ik nog steeds niet aan het werk omdat ik nog regelmatig inval als ondersteuner. Hopelijk lukt werken weer in de toekomst. Maar als we Ot nu samen zien met zijn vrienden, dan zien we dat het allemaal de moeite was en is.
In de brochure kan je meer lezen over:
- Zorgcontinuüm
- Brede basiszorg en verhoogde zorg
- PAB: concurrentie tussen gezinnen in noo
- Waarom kiezen ouders voor inclusief onderwijs?
- Wat is de meerwaarde van inclusief onderwijs voor elk kind?
Bestellen?
Mail naar info@gripvzw.be