Sem wil geen les volgen in het buitengewoon onderwijs
Sem is 17 jaar en gaat1 volgend schooljaar naar een nieuwe school. Hij zal er zijn 4de middelbaar overdoen in dezelfde studierichting. Sem heeft ASS2 maar heeft een gemotiveerd verslag type 43. Sem en zijn mama nemen jullie mee in hun verhaal.
1 Interview afgenomen op 18 juli 2019
2 Autisme Spectrum Stoornis
3 Voor kinderen met een motorische beperking
Sem: Ik volg al gans mijn schoolloopbaan les in het gewoon onderwijs en ik krijg ongeveer al 10 jaar ondersteuning. Ik heb steeds dezelfde ondersteuner gehad tot het afgelopen schooljaar. Dit had te maken met één of andere reorganisatie. Mijn mama heeft het hiermee heel moeilijk gehad. Mijn eerste ondersteuner ondersteunde niet alleen mij maar ook mijn 2 broers.
Mama: Dat klopt! Ik had veel weerstand omdat ik de meerwaarde zie van een lange relatieopbouw. Je bent al 1 jaar tot 1,5 jaar kwijt vooraleer je weet hoe de kinderen in elkaar zitten. Als je elk jaar een andere begeleider krijgt dan begin je steeds van nul. Ik ben dan ook heel dankbaar voor die lange relatie. Het is belangrijk om een band op te bouwen met de begeleider van je kind en die meerdere jaren te hebben want je moet heel vaak opnieuw je gezin openstellen voor anderen. Als je 1 kind hebt dan doe je dat voor dat éne kind maar ik heb er 3 dus moet ik dit 3 keer zoveel doen. Het gaf rust dat ik dat jarenlang niet hoefde te doen. Ondertussen is na een goed gesprek de rust teruggekeerd en gaat de nieuwe begeleider volgend schooljaar mee naar de nieuwe school van Sem.
Eind vorig schooljaar stonden we op het punt zijn begeleiding op school af te bouwen omdat het heel vlot ging. Hij deed het fantastisch maar na de grote vakantie voerde de school een totaal nieuwe werking door. Ze gingen van een leerkrachtgestuurde werking naar een leerlinggestuurde werking. Wat in juni perfect werkte was een ramp half september. De ramp heeft zich in gans de school gemanifesteerd. De school was zich onvoldoende bewust van de grote impact van die verandering, van dat plotse idee op een kind. Die grote verandering, die in hun ogen de noodzakelijke verandering was, is voor de modale leerling ok. Voor mijn zoon heeft dat er echter voor gezorgd dat hij een schooljaar kwijt is. In het nieuwe systeem was hij plots volledig de pedalen kwijt. Nochtans heeft de school steeds het welbevinden en de algemene ontwikkeling van Sem op de eerste plaats gezet. Ze hebben heel hard hun best gedaan om de moeilijkheden op te lossen.
Sem: Ik ga inderdaad naar een nieuwe school omdat het het afgelopen schooljaar niet zo goed is gegaan. Het grootste struikelblok was de verandering van werken. Ik was te weinig voorbereid op de verandering. Vele medeleerlingen hebben problemen gehad met de overgang. Maar de meeste van mijn medeleerlingen hebben zich aangepast tijdens het schooljaar. Voor mij was de overgang te bruusk en is het een blijvend probleem gebleven. Dit heeft als gevolg dat ik niet geslaagd ben. En dat we op zoek gegaan zijn naar een andere school waar er opnieuw meer instructiemomenten zijn. Die zijn heel belangrijk voor mij.
Voor de rest is voor mij mijn schoolloopbaan vrij vlot verlopen. Ik heb het alleen in het 1ste leerjaar van het basisonderwijs moeilijk gehad met rekenen. Hierdoor heb ik mijn jaar moeten overdoen. Ik was nog niet rekenrijp. Bij de overgang naar het middelbaar had ik het niet moeilijk met de wisselende leerkrachten maar wel met het feit dat ik thuis ook nog moest werken voor school. Studeren thuis zorgt nog steeds voor veel spanning in huis. Ik heb ook stress voor toetsen en examens omdat ik een uitsteller ben. Als mama mij niet verplicht om te gaan werken dan doe ik dat ook niet.
Mama: De weerstand is: “Ik weet niet hoe ik het moet doen dus ga ik er gewoon niet aan beginnen”. Dan wordt hij niet geconfronteerd met het feit dat hij niet weet hoe hij het moet doen. Ons onderwijssysteem is gemaakt voor 1 soort kind.
Sem: Ik heb altijd kunnen rekenen op ondersteuning op de school, zelfs van de leerkrachten, het secretariaat en de leerlingbegeleider. Al moet ik eerlijkheidshalve zeggen dat dit minder was in het basisonderwijs.
De ondersteuning helpt wel. Ik heb het bijvoorbeeld heel moeilijk met het maken van een planning en daarin word ik begeleid. Meer en meer gaat de begeleiding over naar coaching om mij zelfstandiger te laten worden. De ondersteuner komt zowel in de klas als buiten de les. In de klas observeert ze en helpt ze me voornamelijk met het maken van mijn planning. Mijn vorige ondersteuner heeft me vooral geholpen buiten de lessen. Ik zou liever meer flexibiliteit hebben om zelf aan te geven wanneer ik wil dat ik ondersteund word: tijdens de lessen of buiten de lessen. Momenteel gebeurt dit onvoldoende. Ik heb daar te weinig inspraak. Er zou meer naar mij geluisterd mogen worden. Ik heb dat nog niet gezegd omdat ik steeds denk dat dit niet belangrijk is. Ook als ik met een probleem zit, zeg ik het niet steeds. Ik heb geen schrik om het te zeggen maar ik denk op dat moment dat het niet nodig is. Achteraf gezien besef ik dikwijls dat ik het beter gevraagd of gezegd had. Ik kan niet zo goed inschatten wat er belangrijk is voor mij.
Mama: Neem de ondersteuning weg en je ziet een gans ander verhaal. Er zijn altijd mensen die niet echt de impact begrijpen van zijn autisme dankzij de ondersteuning. Sem schat bij momenten ook zelf niet in wat de impact is. Er zijn veel leerkrachten die het wel inschatten omdat ze kennis hebben van autisme en Sem al lang genoeg kennen. Maar hij start in een nieuwe school in september. En ik weet dat als we daar de begeleiding niet voldoende bewaken de impact op zijn schoolontwikkeling door zijn autisme groot zal zijn.
Voor hem zou het buitengewoon onderwijs OV 44 type 95 een optie zijn. Maar daar willen ze de kinderen ook zoveel mogelijk introduceren in het gewoon onderwijs. Wat is dan de meerwaarde om naar buitengewoon onderwijs te gaan? Op het einde van de rit moeten ze allemaal in de maatschappij meedraaien. Dan is het toch gek dat je ze tijdens hun ganse schoolloopbaan apart houdt.
Sem: Ik zie het ook niet zitten om les te volgen in het buitengewoon onderwijs. Ik zie autisme ook niet als een handicap. Ik vind het niet zo erg dat ik autisme heb. Ik leer er mee om gaan. Nu is het gemakkelijker omdat ik mij voor een stuk heb aangepast. In het 2de middelbaar heb ik het even moeilijk gehad omdat ik me steeds moest aanpassen en de school zich zo weinig aanpaste.
Mama: Ik vind niet dat mijn zonen zich dienen aan te passen aan de school. Ik vind dat de scholen moeten passen bij mijn zonen. Ze gaan dan ook alle 3 naar andere scholen omdat kinderen met autisme onderling heel verschillend zijn. Ik heb er 3 in huis en geen enkele werkt op dezelfde manier. Wat voor de ene werkt, werkt niet voor de andere en omgekeerd. Achter het labeltje autisme zit een uniek kind. Scholen denken dat ze al veel kennis hebben over autisme. Maar deze kennis blijkt heel dikwijls theoretisch en algemeen. Ze kijken nog veel te weinig naar de context en dat werkt gewoon niet omdat alle kinderen met autisme zo uniek en zo verschillend zijn.
Sem: Ik krijg gelukkig veel hulp van mijn mama. De school heeft me ook veel ondersteund met redelijke aanpassingen. Ik heb bijvoorbeeld problemen met het begrijpen van de vragen. Nu kijken ze na of ik iets verkeerd begrepen heb tijdens het examen. Sommige examens mag ik mondeling verduidelijken of mondeling maken. Ook maak ik sommige examens op computers omdat ik een probleem heb met duidelijk schrijven. Ik geef aan waar ik problemen ondervind en word betrokken bij de invoering van redelijke aanpassingen. Tijdens overlegmomenten wordt dan besproken of de redelijke aanpassingen werken of niet.
Mama: Hij geeft inderdaad aan waar de problemen zitten maar kan zelf nog geen oplossingen aanreiken. Dit is inderdaad iets waar we naartoe werken maar we zijn er nog niet. Hij kan nog groeien in het kritisch nadenken over zichzelf. We hebben dat vele jaren voor hem gedaan maar we staan op het punt dat het aan hem is.
Het feit dat al mijn kinderen school kunnen lopen in het gewoon onderwijs is dankzij hun type 46-attest. Hun motoriek heeft een weerslag op hun schools functioneren maar autisme heeft toch een veel grotere impact. Ze krijgen hierdoor meer ondersteuning dan indien ze een type 97-attest zouden hebben.
Zelfs met de ondersteuning die mijn kinderen nu krijgen, blijft het bij momenten heel moeilijk. Op een bepaald moment loopt alles vlot en plots verandert alles zodanig dat een dringend overleg nodig is om naar oplossingen te zoeken. Een goed contact met de ondersteuner is dus broodnodig. Vorig schooljaar heeft men mij gevraagd geen contact op te nemen met de begeleider. Bij wie moet ik dan aankloppen? Geen contact mogen opnemen met de begeleider is krankzinnig. Het gaat wel over mijn kind. Dit moest via de school. Vooraleer je dan overlegd hebt, ben je 14 dagen verder. Je kan dus minder kort op de bal spelen.
Kinderen groeien op in 2 werelden namelijk thuis en op school. Er dient verbinding te zijn. Het getuigt van grote arrogantie als je ouders uitsluit van de beslissing over je kind. Het is mijn kind! Het ondersteuningsteam werkt door mijn kind en in principe ben ik hun werkgever. Als werkgever of als voorziener van ondersteuningsuren heb ik ook recht op inspraak.
4 In opleidingsvorm 4 (OV 4) wordt het programma van het gewone secundair onderwijs gegeven, maar dan met doelstellingen en ondersteuning aangepast aan de problematiek van de jongere.
5 Voor jongeren met autismespectrumstoornis zonder verstandelijke beperking
6 Voor kinderen met een motorische beperking
7 Voor jongeren met autismespectrumstoornis zonder verstandelijke beperking
In de brochure kan je meer lezen over:
- redelijke aanpassingen
- ReDiCoDi-maatregelen
- Wat dan met het buitengewoon onderwijs?
Bestellen?
Mail naar info@gripvzw.be