Wouter Beke negeert de rechten van mensen in prioriteitengroepen 2 en 3
GRIP roept op om de rechten van de mensen in prioriteitengroepen 2 en 3 juist waar te maken.
Dat mensen met een handicap de nodige en gepaste ondersteuning krijgen om ten volle te participeren aan de maatschappij, dat is een recht. In Vlaanderen blijven er echter wachtlijsten bestaan. Nu blijkt duidelijk dat mensen in prioriteitengroepen 2 en 3 in deze legislatuur geen volwaardig persoonsvolgend budget zullen krijgen. In dit artikel gaan we hier verder op in. GRIP roept op om het recht op ondersteuning waar te maken, zoals voorzien in het VN handicapverdrag.
Het zorginvesteringsplan van Wouter Beke
Op 30 juni 2021 maakte Wouter Beke zijn Zorginvesteringsplan bekend.
Lees het bericht over het Zorginvesteringsplan van Wouter Beke
In de powerpoint over het Zorginvesteringsplan van Wouter Beke staat:
“Bovendien worden de zorgvragen binnen prioriteitengroep 3 geëvalueerd, zodat een beter beeld kan gevormd worden van de effectieve zorgnoden binnen deze groep”
Investeringen in prioriteitengroep 1 en in de automatische toekenningsgroepen
Op 15 maart 2022 gaf Wouter Beke op zijn website nieuwe informatie over de uitvoering van het Zorginvesteringsplan. Lees het bericht op zijn website met de volgende titel:
“Vlamingen met meest dringende zorgvraag krijgen deze legislatuur een persoonsvolgend budget”.
Over prioriteitengroep 1 zegt hij:
“In 2021 werden er 2.211 persoonsvolgende budgetten (PVB) in prioriteitengroep 1 toegekend, wat veel meer is dan in 2018 (439 PVB’s), 2019 (378 PVB’s) en 2020 (726 PVB’s) samen. Iedereen die voor 1 januari 2021 een aanvraag heeft ingediend voor een persoonsvolgend budget, heeft dit ondertussen gekregen of zal dit deze legislatuur binnen 18 maanden krijgen. Het gaat om een historische daling van de wachttijd voor deze groep (PG1). Grosso modo heeft Vlaanderen 107 miljoen euro uitgetrokken om aan allevragen in de hoogste proriteitengroep sinds 2018 tot en met eind 2020 perspectief via een PVB te bieden.”
En over de automatische toekenningsgroepen:
“Naast de toekenning van persoonsvolgende budgetten via aanvragen in prioriteitengroep 1 blijven de automatische toekenningen doorlopen. Dat zijn onder meer mensen die naar aanleiding van een acute crisissituatie zonder zorgverleners vallen en we voorzien hiermee ook een automatische overgang van minderjarigen naar meerderjarigenondersteuning. Zij krijgen automatisch een persoonsvolgend budget. In 2021 werd daar maar liefst 56 miljoen euro voor uitgetrokken. Voor de rest van de legislatuur zijn deze middelen eveneens voorzien, los van de uitbreidingsmiddelen.”
Prioriteitengroepen 2 en 3
In zijn bericht geeft minister Beke ook extra informatie over de plannen voor de andere 2 prioriteitengroepen:
“Het uitgangspunt is hoe kunnen we iedereen zorg en ondersteuning bieden. Een Persoonsvolgend budget is één van die mogelijkheden, maar er zijn ook alternatieven:
Voor prioriteitengroep 2 werken we een experimenteel kader uit waarbinnen we ‘tijdelijke deelbudgetten’ kunnen toekennen. We zetten een bedrag van 20 miljoen hier tegenover. We komen hiermee ook tegemoet aan vele vragen van mantelzorgers om hen al voor een deel te “ontzorgen” door de grootste zorgvraag al deels in te lossen.
Voor prioriteitengroep 3 hebben we een bevraging opgestart, om na te gaan wat de actuele noden zijn van die mensen die een aanvraag voor een persoonsvolgend budget hebben ingediend. Bijna 1.000 mensen hebben zich hiervoor geëngageerd en de resultaten daarvan worden op dit moment verwerkt. We willen bekijken welke alternatieve mogelijkheden er zijn voor personen met een handicap, want niet alle rechten en tegemoetkomingen zijn gekend of worden ten volle benut. Ook willen we verder werk maken van inclusieve oplossingen, maar dit kan pas slagen met de medewerking van iedereen.”
Wat vindt GRIP?
Over prioriteitengroep 1 en de automatische toekenningsgroepen:
Het is goed dat er geïnvesteerd wordt om mensen die in prioriteitengroep 1 geregistreerd zijn, het budget te geven waar zij recht op hebben. Dat is noodzakelijk om te kunnen spreken van een recht op ondersteuning. Het welzijnsbeleid zou hier echter moeten gaan naar de onmiddellijke toekenning van een persoonsvolgend budget op het moment dat mensen de aanvraagprocedure hebben afgerond.
Over prioriteitengroepen 2 en 3:
GRIP mist ambitie om mensen in prioriteitengroepen 2 en 3 deze legislatuur een volwaardig persoonsvolgend budget te geven.
We lezen geen enkel voornemen om mensen in prioriteitengroep 2 en 3 het budget te geven waarvoor ze al jaren op de wachtlijst staan.
In de eerste jaarhelft van 2021 (en dat zijn de meest recente cijfers ):
- was de wachttijd in prioriteitengroep 1: 3 jaar en 1 maand
- was de wachttijd in prioriteitengroep 2: 4 jaar en 9 maanden
- was de wachttijd in prioriteitengroep 3: 19,5 jaar.
We lezen zelfs geen ambitie om aan die langst wachtende mensen een budget toe te kennen.
Het is niet omdat zij niet in prioriteitengroep 1 staan dat zij het niet dringende nodig hebben. Zij hebben bovendien even goed recht op ondersteuning. Het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap schrijft voor dat het recht op ondersteuning progressief gerealiseerd moet worden. (artikel 19b). Er kan geen sprake zijn van een progressieve realisatie van het recht op ondersteuning als de regering voor grote groepen personen met een handicap geen budget wil vrijmaken. Dit zijn nota bene de groepen die ze zelf erkend heeft als mensen die recht hebben op een budget van een bepaalde hoogte.
Op deze manier worden de wachttijden alleen maar langer. GRIP roept Wouter Beke en de Vlaamse Regering op om toe te werken naar een redelijke wachttermijn voor wie in prioriteitengroep 2 en 3 geregistreerd is. Hoe gaat men de progressieve realisatie van het recht op ondersteuning waarmaken voor deze mensen? Zou men om van een progressieve realisatie te kunnen spreken niet naar een verlaging van de wachttijd moeten gaan in plaats van naar een verhoging?