GRIP standpunt voorgestelde hervormingen ondersteuningsbeleid

Op vraag van de parlementaire Commissie Welzijn bezorgden we ons advies over conceptnota en voorstel van decreet
[ afbeelding: © www.sclera.com ]
Op 2 juli om 9.30u vindt er een hoorzitting plaats in de Commissie Welzijn van het Vlaams Parlement. Vijf sprekers zullen hun visie weergeven op de conceptnota (van minister, regering) met plannen om de VAPH-sector te hervormen en op een voorstel van decreet (van parlementsleden van meerderheidspartijen) dat onder meer de toeleiding naar een persoonsvolgend budget wijzigt.
Vanuit GRIP zullen we vanuit de zaal de commissie bijwonen. Er is vrije toegang om de commissie bij te wonen. Je hoeft niet in te schrijven en kan komen en gaan wanneer je wil. Je kan ook via de video meevolgen of achteraf bekijken.
Lees meer informatie over de hoorzitting en volg de hoorzitting via de video
Naast de sprekers die mondeling hun visie kunnen weergeven, werden er van organisaties ook schriftelijke standpunten gevraagd. GRIP is een van die organisaties. We hebben zowel over de conceptnota als over het voorstel van decreet een schriftelijk standpunt bezorgd aan de commissie. Dat wordt toegevoegd aan de webpagina van de hoorzitting.
Standpunt voorstel van decreet
De parlementsleden van de politieke meerderheid (N-VA, Vooruit, CD&V) van de Commissie Welzijn van het Vlaams Parlement hebben op 17 december 2024 een voorstel van decreet ingediend om onder meer de toeleidingsprocedure naar persoonsvolgend budget te vereenvoudigen. In ons artikel van maart lees je meer over waar dit vandaan komt en waarom GRIP hier bezorgd over is.
Ondertussen verscheen op 26 mei 2025 een conceptnota vanuit de minister van welzijn, gesteund door de Vlaamse regering met plannen om de VAPH-sector te hervormen. De toeleiding hervormen is daar een stukje van.
Standpunt GRIP
Hoe is de tekst van ons standpunt voor de commissieleden opgebouwd? Aan het begin staat de samenvatting. Daarna de verdere toelichting. Hieronder geven we de samenvatting weer:
GRIP begrijpt en deelt de frustratie van mensen die stellen dat een lange complexe aanvraagprocedure om een PVB te bekomen nutteloos aanvoelt als ze daarna jaren zonder perspectief op de wachtlijst staan. De huidige situatie is absurd, voornamelijk, zo niet uitsluitend door een tekort aan middelen. Er zijn goede oplossingen nodig.
Voor GRIP is het belangrijk om hiervoor niet enkel met een pragmatische blik te kijken, maar ook met een rechtenblik. Net zoals andere sociale rechten kan het recht op ondersteuning volgens ons worden gerealiseerd via het verbeteren van wetgeving en het inzetten van voldoende middelen en aan dat laatste ontbreekt het nu zeer sterk.
Met het voorstel van decreet willen de indieners een oplossing voorzien. GRIP kan dit waarderen. Volgens onze analyse zal het voorstel van decreet echter geen echte oplossing betekenen. De wachttijden worden niet korter door het weghalen van inschaling en budgethoogtebepaling uit de aanvraag. Bovendien levert dit uiteindelijk een verslechtering van het recht op ondersteuning op. Het geeft de regering meer mogelijkheden om wijzigingen door te voeren waardoor persoonsvolgende budgetten verlagen.
Tot slot kan een voorstel van decreet over de toeleidingsprocedure niet los staan van een algemene visie en hervormingen van de ondersteuning van personen met een handicap. Er is nu de conceptnota waarbinnen toeleiding slechts 1 stuk is. Voor GRIP is het de logica zelve dat dit parlementair voorstel van decreet best on hold worden gezet, dat er voldoende tijd en ruimte komt voor bespreking en debat over de conceptnota, ook met personen met een handicap, en dat pas daarna wordt bekeken welke decretale wijzigingen er nodig zijn voor een betere toeleidingsprocedure.
Ook adviesorganen of organen die de realisatie van de mensenrechten van personen met een handicap monitoren, zoals het Vlaams Mensenrechteninstituut, moeten de kans krijgen om de conceptnota te adviseren, en eventueel al uitgebrachte adviezen over het voorstel van decreet te herbekijken in het licht van de conceptnota.
GRIP blijft open staan voor uitwisseling over dit schriftelijk standpunt.
Standpunt conceptnota
De conceptnota geeft de krijtlijnen weer van hoe men de ondersteuning van personen met een handicap wil hervormen.
GRIP reageerde hevig verontrust op de plannen. In ons artikel van 27 mei kan je lezen waarom.
Voor de commissie welzijn hebben we deze eerste reactie verdiept. Hieronder lees je de start van ons standpunt, een eerste hoofdstuk dat een aantal algemene bevindingen weergeeft.
Standpunt GRIP
GRIP waardeert het voornemen om met hervormingen iets te doen aan de wachtlijsten. We merken dat de boodschap dat de huidige situatie moet veranderen, wordt opgepikt. Dat vinden we uiteraard positief. Ook het feit dat er niet getalmd wordt maar al bij het begin van de legislatuur met een conceptnota gekomen wordt waarin al tijdspaden staan die al de komende jaren een verschil willen teweegbrengen, getuigt van ambitie en de wil om aan te pakken. Men wil de koe bij de horens vatten en dat is goed.
Anderzijds wordt de conceptnota voorgesteld met de boodschap dat de contouren van de hervorming vastliggen en dat men voor de uitwerking rekent op dialoog met de sector met inbegrip van vertegenwoordigers van personen met een handicap. We merken echter dat de krijtlijnen van de nota heel wat fundamentele bedenkingen oproepen en bij velen aankomen als een achteruitgang in plaats van een vooruitgang. Eerder dan een verder uitwerken van beslist beleid is er een fase nodig waarin de plannen verder verduidelijkt worden, dat er over de achterliggende redeneringen kan worden gesproken en dat wanneer blijkt dat pistes niet de goede richting uitgaan, men ook bereid is om de plannen aan te passen. Niet enkel in de details maar ook in de grote lijnen.
We roepen dus op om personen met een handicap de nodige duidelijke informatie te verschaffen over de plannen zodat zij zich er een goed beeld van kunnen vormen. En vervolgens te luisteren en erkennen wat hun standpunten zijn over de plannen. Hierbij dient men er zich van bewust te zijn dat personen met een handicap en hun verenigingen in een zwakkere positie staan en zich vaak afhankelijk weten van de overheid, en dat de Vlaamse overheid door het beheer van subsidies en systemen die mensen toelaten tot ondersteuning een overmacht genieten.
Ook adviesorganen of organen die de realisatie van de mensenrechten van personen met een handicap monitoren, zoals het Vlaams Mensenrechteninstituut, moeten de kans krijgen om de conceptnota te adviseren, en eventueel al uitgebrachte adviezen over het voorstel van decreet te herbekijken in het licht van de conceptnota.
De conceptnota geeft grote lijnen weer maar het aanvoelen is dat er extra informatie nodig is om 100% zicht te krijgen op de effecten die men verwacht. Er zijn geen berekeningen van investeringen, hoe men verwacht dat budgetten binnen de VAPH-begroting zullen verschuiven, en wat de effecten zijn op verschillende groepen personen met een handicap. Dit roept extra vragen en bezorgdheden op, zoals: ”Waar komt het benodigde geld vandaan? Door de PVB’s te laten verminderen?”
De analyse dat de wachtlijsten moeten worden weggewerkt, delen we. Dat het probleem ligt bij het systeem van persoonsvolgende budgetten delen we niet. Een budget in eigen handen op maat van de ondersteuningsnood en met brede bestedingsmogelijkheden waaronder persoonlijke assistentie, eigen regie en keuzevrijheid over de ondersteuning is een belangrijke verwezenlijking van Vlaanderen in de realisatie van de mensenrechten van personen met een handicap. Het systeem is immers essentieel gebleken voor gelijke kansen, persoonlijke autonomie, inclusie, participatie en een waardig leven voor personen met een handicap. Vlaanderen mag er trots op zijn en is een van de regio’s in Europa die inspirerend zijn voor andere landen die willen innoveren en domeinoverstijgende geïntegreerde ondersteuning willen mogelijk maken.
Een assistent kies je zelf, kan aan huis komen om je te helpen klaarmaken om te vertrekken, kan met je auto rijden of met je meegaan naar je bestemming, kan in de klas, op de werkvloer, bij een vrijwilligersengagement, bij sociale contacten, bij vrije tijd, bij dokters- en bankbezoeken, bij de avondrush ondersteunen bij wat niet lukt omwille van je handicap. De persoon “integreert” zelf zijn of haar zorg of ondersteuning! Hij of zij wikt en weegt om de beste ondersteuning op maat te zoeken, en kan daarbij zelf bepalen wat daarbij belangrijk is. Met je eigen budget op een dienst afstappen, geeft een andere verhouding dan wanneer je slechts kan vragen welk aanbod ze je kunnen doen. Als het niet lukt heb je nog de vele andere bestedingsmogelijkheden om je ondersteuningsvraag in te vullen. Je bent niet meer louter afhankelijk van de werking van dienst x of y.
De aanbodslogica ( “er is een aanbod maar ik moet precies passen in uw brochure”[1] ) doorbreken en het omkeren van die logica (van financiering aan de diensten naar financiering aan de rechthebbende) was de grootste innovatie op vlak van ondersteuning van personen met een handicap. Het had invloed op gelijke kansen op alle domeinen. Met de persoon aan het roer van een eigen Persoonlijke AssistentieBudget (PAB) konden kinderen en jongeren een inclusief traject doorlopen en konden vele volwassenen een volwaardig leven uitbouwen. Jongeren die een PAB hebben, behouden het eigen budget als ze volwassen worden en kunnen dezelfde ondersteuners blijven behouden als ze dit wensen. De logica dat het budget voor de ondersteuning aan de persoon vasthangt en niet aan een dienst, zorgt juist voor continuïteit in de overgang van levensfases. Ook dit is een vorm van geïntegreerde ondersteuning.
De fundamentele keuze om voor die vraagsturing te gaan - om zoveel mogelijk de financiering voor de ondersteuning ter beschikking te stellen van de persoon en niet aan bepaalde diensten – wordt verlaten in de filosofie van de conceptnota. Het PVB verdwijnt niet, maar het wordt wel ingeperkt. De toegang beperken voor velen tot een eigen budget, het inperken van bestedingsvrijheid van een budget, zijn volgens GRIP een fundamentele achteruitgang van de rechten die op dat vlak gerealiseerd zijn en in de wetgeving verankerd. Het katapulteert Vlaanderen minstens 25 jaar terug in de tijd tot voor er sprake was van een PAB- of het PGB-decreet. We kunnen dit onmogelijk zien als een vernieuwing.
GRIP blijft open staan om hierover van gedachten te wisselen.
[1] Passage uit Inclusierap van GRIP: https://www.youtube.com/watch?v=Y5CaWehzkwQ
Gerelateerde artikels









