“Onze zoon wil betaald worden voor zijn werk”
Mensen met een handicap meer kansen geven op tewerkstelling: een van de eisen van de Freedom Drive 2022.
Van 26 tot 28 september 2022 kwamen 300 mensenrechtenactivisten met een handicap uit heel Europa samen in Brussel voor de tiende Freedom Drive. GRIP was er 3 dagen bij en verspreidt mee de boodschap. Via getuigenissen illustreren we de thema’s waar organisator ENIL (Europees Netwerk voor een Onafhankelijk Leven) op focuste in deze editie.
Werk maken van kansen op werk
In haar Eisenpakket roept ENIL politici van de Europese Unie en de Europese landen op om iets te doen aan de tewerkstellingskloof. Mensen met een handicap zijn veel minder aan het werk dan mensen zonder handicap. De drempels om het recht op gewoon betaald werk te kunnen uitoefenen moeten worden weggewerkt.
"Groot gelijk dat ENIL hier de nadruk op legt", vindt Sofie. Zij is een ouder van Tane, een jonge twintiger die zijn schoolcarrière heeft afgerond en nu stappen naar echt werk zet. “In het VN-verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (VRPH) staat heel duidelijk dat mensen met een handicap recht hebben op een gewone job. Betaald dus, en op de reguliere arbeidsmarkt. Maar er zijn tal van drempels om daar te geraken. En daardoor stranden mensen met een handicap vaak ofwel in inactiviteit, ofwel in vrijwilligerswerk (eventueel met een symbolische vergoeding), ofwel in een maatwerkbedrijf.”
"Ben je zeker dat je wil meedoen?"
“De problemen beginnen vaak al bij de diensten die mensen met een handicap zouden moeten helpen om een goede job te vinden. Die begrijpen zelf niet altijd dat mensen met een handicap het recht hebben om te werken. Ze begrijpen soms niet dat iemand met een handicap ook een job wil zoals ieder ander. Een gewone job en geen job in een beschutte werkplaats, wat men nu maatwerkbedrijf noemt. Tane was ingeschreven bij de VDAB, werd opgeroepen als werkzoekende, maar de VDAB stuurde ons een vreemde mail:
<< Ik zou graag eens met u bellen in verband met het dossier van Tane. Waarom is hij ingeschreven bij de VDAB en is dit echt nodig? Ziet u Tane werken in het normaal economisch circuit? Krijgt hij een uitkering van het FOD? Of zou hij dit in de toekomst krijgen? Dan is het niet echt nodig dat hij ingeschreven is bij de VDAB. Zou het mogelijk zijn om hierover eens met mij te bellen aub? >>
“Ik heb die mail nog altijd. Wij waren gechoqueerd. Dit was ongetwijfeld goed bedoeld. Maar het is niet de manier om mensen te steunen en te helpen die de ambitie en de energie hebben om werk te zoeken. Het is alsof ze tegen jonge mensen bij wie de wereld aan de voeten ligt, zeggen: "Ben je zeker dat je wil meedoen in de wereld?"
In gesprek met de VDAB hebben we voorgesteld dat GTB (Gespecialiseerd Team Arbeidsbemiddeling) het zou kunnen opvolgen en VDAB beaamde die mogelijkheid. We zijn dan op gesprek geweest bij GTB. GTB helpt mensen met een beperking of gezondheidsprobleem om geschikt werk te vinden en te houden. Daarnaast ondersteunen ze ook ondernemers bij de aanwerving en (re)integratie van geschikte medewerkers. GTB legde ons 2 pistes voor.
De eerste: Tane kon in de sociale tewerkstelling stage lopen. Met de bedoeling er misschien te gaan werken. Ze legden de nadruk op die eerste piste. Het kwam bij ons over alsof ze hem echt naar de sociale tewerkstelling wilden doorverwijzen. Terwijl dat helemaal niet onze vraag was.
Een 2de optie was dat Tane proefstage kon doen bij een aantal bedrijven die ze al kenden. Hij kon zo ontdekken wat voor taken hem liggen. Op zich was dat een beter voorstel. Het was wel maar een beperkt aantal bedrijven en sectoren en het was geen betaald aanbod, zelfs niet voor een beperkt aantal uren. Bovendien had Tane in zijn opleiding al tal van stages gedaan. We zagen niet de meerwaarde in van nog een zoveelste stage.
We misten toch gewoon een 3de optie: het aanbod om mee te kijken naar openstaande vacatures en te zien waar hij in paste of hoe er eventueel aanpassingen konden geregeld worden of bekeken worden met die werkgever. Dat zou voor ons het logische antwoord geweest zijn op Tanes vraag om werk. Hij kreeg maar beperkte keuzes aangeboden, door zijn handicap. Terwijl mensen met een handicap recht hebben op dezelfde keuzemogelijkheden als anderen.
Het feit dat GTB niet met ons op weg is gegaan en niet is gaan zoeken naar vacatures voor gewoon betaald werk, heeft ons wat ontmoedigd om op dat moment al voor een gewone betaalde job te gaan. We hebben Tane een plaats gegeven in een eigen initiatief dat we aan het opstarten waren, tspelopdewagen . Dat is een ontmoetingsplek en spelletjescafé in Brugge. Hij helpt mee en leert al doende. De bedoeling is dat we hem in de toekomst ook echt kunnen betalen in plaats van een symbolische vergoeding te geven. Dat kan pas als tspelopdewagen meer inkomsten begint te hebben.
Verder draait Tane een dag per week mee in een horecazaak van een voorziening in de buurt. Maar dat is onbetaald vrijwilligerswerk en hij wil betaald worden. We overwegen om terug naar GTB te stappen en voor te leggen dat hij echt, ook al is het een dag per week, wil beginnen werken. Ik hoop wel dat ze dan voor open staan om met ons samen te zoeken. In feite is hij zelfs meer geïnteresseerd in een kantoorjob. Het zou een droom zijn als hij daarin zou kunnen werken, met ondersteuning uiteraard.”
Eindstation
“Ik vind dat er vaak te gemakkelijk vanuit gegaan wordt dat mensen met een handicap al goed zitten als ze ergens kunnen gaan helpen. Vrijwilligerswerk wordt al snel gezien als een eindstation. Ik ken zeker mensen die vrijwilligerswerk doen en zich daar goed bij voelen. Ook Tane had, denk ik, meestal wel een fijne dag na het vrijwilligerswerk in de lunchzaak van de voorziening. Dat is belangrijk. Maar hij is zich er steeds meer van bewust dat hij niet betaald wordt. Het is wel vreemd dat de persoon met de beperking die een bijdrage doet daarvoor niet betaald wordt en de begeleider wel. En dan is er nog een verschil tussen onbetaald vrijwilligerswerk en vrijwilligerswerk waarbij je een vrijwilligersvergoeding krijgt.”
Een onafhankelijk leven
“Onze zoon wil steeds meer echt betaald worden voor zijn werk. Bezigheden voelen voor hem pas aan als werk als er voor wordt betaald. De vergoeding hoort er gewoon bij. Bovendien, als je niet betaald wordt, hoe kan je dan wat opbouwen om later op eigen benen te staan? Men gaat er nog te gemakkelijk vanuit dat er altijd wel iemand zal zijn in de familie die financieel kan bijspringen. Dat geldt misschien voor sommige gezinnen maar voor andere niet.
Waarom vinden we het evident dat mensen met een handicap altijd economisch afhankelijk zouden moeten zijn van familie? Het recht op een onafhankelijk leven steunt mede op het recht op tewerkstelling met volwaardige arbeidsrechten inclusief loon, en indien nodig aanvulling door een tegemoetkoming zodat de persoon voldoende inkomen heeft om menswaardig van te leven en voor eigen kosten in te staan."
Maatwerkbedrijf of meer werk op maat?
Je zou kunnen vragen: "Waarom kan een job in een maatwerkbedrijf geen opstap zijn naar een job op de gewone arbeidsmarkt?"
Sofie: “Dat klinkt goed in theorie. Maar ENIL argumenteert terecht in haar Eisenpakket dat maatwerkbedrijven niet de goede maatregel zijn om mensen van niet–werk naar gewoon werk te laten evolueren, en dat klopt ook in ons land. Er is nauwelijks doorstroming van maatwerkbedrijven naar de reguliere arbeidsmarkt. Investeren in een tussenstap is misschien de weg van de minste weerstand, maar houdt het reële gevaar in halverwege te blijven hangen. Uiteindelijk krijg je een nieuwe status quo die men plots zelfs inclusie begint te noemen.”
GRIP pleit voor maatwerk op de gewone arbeidsmarkt
Taboes durven benoemen
We moeten het debat over waar de middelen naartoe gaan, echt gaan voeren. Nog altijd wordt tewerkstelling in een maatwerkbedrijf meer gesubsidieerd dan tewerkstelling in een gewoon bedrijf. Dat klopt toch niet ? In andere sectoren zien we jammer genoeg hetzelfde gebeuren. De subsidiëring in buitengewoon onderwijs is groter dan in inclusief onderwijs. De subsidiëring voor opvang in een wooninstelling is groter dan voor wie persoonlijke assistenten aanneemt om in een gewoon appartement in de maatschappij te wonen. Het is nog altijd taboe om het hierover te hebben. Maar we mogen dit niet ontwijken.
Geen aparte arbeidsmarkt maar een inclusieve arbeidsmarkt
ENIL verwijst in haar Eisenpakket naar een spiksplinternieuwe richtlijn van het VN-Comité in Genève: de General Comment nr 8 over het artikel 27 over het recht op Werk uit het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (09/09/22). Die zegt onder meer dat maatwerkbedrijven moeten worden uitgefaseerd.
De richtlijn is een heel belangrijk signaal naar zowel politiek als middenveld. De meeste sociale organisaties pleiten voor een uitbreiding van de sociale tewerkstelling als het beste alternatief voor mensen die het lastig hebben op de gewone arbeidsmarkt om toch een stabiliteit op vlak van werk en inkomen op te bouwen. We begrijpen hun pleidooi wel en delen de oprechte én terechte bekommernis om al diegenen die niet meekunnen in het huidige ratrace-model. Heel veel mensen beseffen dat het huidige model op zijn limieten stoot en niet houdbaar is.
Steeds meer mensen vallen uit het systeem. Mensen met een handicap en een chronische ziekte passen al langer moeilijk in de huidige arbeidsmarkt. De oplossing is niet om een aparte arbeidsmarkt te creëren, maar wel om de arbeidsmarkt aan te passen. Meer maatwerk op de gewone arbeidsmarkt, daar moeten we naartoe. Dàt is de richting die het VRPH aangeeft, de weg naar een inclusieve samenleving waarbij iedereen een plek heeft en diversiteit de norm is. Op 1 januari 2023 zet de regering een stap naar meer inclusieve tewerkstelling maar er zijn nog stappen te gaan: https://www.gripvzw.be/nl/artikel/528/decreet-individueel-maatwerk-is-goedgekeurd-maar-wat-nu
Inzetten op inclusie
Sofie: “Het is niet zo nuttig om vandaag te verzanden in een discussie voor of tegen maatwerkbedrijven. De kwestie is vooral: Hoe kunnen we de drempels wegnemen en de mogelijkheden geven dat mensen met een handicap duurzame volwaardige tewerkstellingskansen krijgen op de gewone arbeidsmarkt? Daar hoort de vraag bij: Hoe zorgen we ervoor dat de reguliere arbeidsmarkt evolueert naar een systeem op maat van de mens? Een arbeidsmarkt die open staat voor personen met een handicap en zich aanpast aan wat je kan, wat je wil en wat je nodig hebt om je werk goed te doen, is voor iedereen beter."
Inkomensvervangende tegemoetkoming
Tal van drempels moeten nog worden aangepakt, ook op federaal niveau. Zo bijvoorbeeld moet de federale regering zorgen dat mensen die van een inkomensvervangende tegemoetkoming leven die niet helemaal verliezen als ze gaan werken.
Je kan niet enerzijds verwachten dat mensen werken volgens eigen kunnen en anderzijds, als dit slechts deeltijds blijkt te zijn, het oké vinden dat ze leven van een deeltijds inkomen. Dit moet worden aangevuld met een tegemoetkoming zodat mensen een volwaardig inkomen hebben om van te leven. Men moet mensen met een handicap zodanig steunen dat ze niet van armoede met uitkering belanden in armoede met werk.
Integratietegemoetkoming
Een belangrijke drempel om te gaan werken, is vorig jaar weggenomen. Vroeger verloor je de integratietegemoetkoming al snel als je ging werken. Daardoor kon je extra kosten door je handicap niet betalen van die tegemoetkoming. Minister Karine Lalieux heeft dit rechtgezet.
Maar als deze mensen nu echter door ziekte terugvallen op een ziekte- en invaliditeitsuitkering, dan verliezen ze de integratietegemoetkoming alsnog. Niet alleen vallen ze terug op een lager inkomen, ze moeten nu ook de extra kosten door handicap weer helemaal zelf betalen. Hier is nog een belangrijke stap in te zetten, vindt GRIP. Het is belangrijk dat je je jouw volledige integratietegemoetkoming kan krijgen, ook als je een belastbaar vervangingsinkomen kijgt, zoals een ziekte- en invaliditeitsuitkering, werkloosheidsuitkering of leefrente. Als je je handicapkosten zelf moet betalen, verarm je. En wie in armoede leeft en bezig is met overleven heeft geen energie over om stappen te zetten naar werk.