Mama van Simon van Down The Road: "Nee, we zijn niet blij"

Een pakkende getuigenis op dewereldmorgen met extra uitleg van GRIP over de halve PVB's. Foto: Amélie Soenen
Een half persoonsvolgend budget… en dan moet je dankbaar zijn?
Simon, bekend uit Down The Road, staat al 5 jaar op de wachtlijst voor een persoonsvolgend budget. Met zo’n budget zou hij de nodige ondersteuning kunnen betalen om onafhankelijker te leven. Net als 1100 andere mensen kreeg hij onlangs echter maar de helft van dit budget. Zijn mama schreef ons een pakkende getuigenis, we vullen aansluitend aan met een extra woordje uitleg over het experiment, standpunten en de mogelijkheid om in beroep te gaan.
Zo start de getuigenis van Hilde:
“Het had een blij moment moeten zijn, toen de langverwachte brief van het VAPH (Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap) over Simons persoonsvolgend budget begin november in onze brievenbus viel. Maar viel dat even anders uit zeg..."
Lees de hele getuigenis van Hilde rechtstreeks op de site van dewereldmorgen
Een extra woordje over hoe wij het zien
Het thema roept heel wat op bij mensen. We krijgen berichten binnen van mensen die ook een deelbudget hebben gekregen en die teleurgesteld zijn. Sommige mensen hebben technische vragen bij het modelverzoekschrift om naar de rechtbank te gaan. We proberen de mails zo snel mogelijk te beantwoorden.
Andere berichten komen van mensen die geen deelbudget hebben gekregen omdat ze niet tot de langstwachtenden in prioriteitengroep 2 behoren. Ze hebben een registratiedatum van 2018, 2019, 2020, 2021 of 2022. Of ze staan in prioriteitengroep 3 met een registratiedatum van nog veel langer geleden. Er zijn mensen die al 20 jaar wachten... Wie op een wachtlijst staat zonder perspectief voelt zich vergeten, in de steek gelaten. We krijgen rake berichten zoals "ik krijg zelfs geen deelbudget". Ook deze mails proberen we zo snel mogelijk te beantwoorden.
GRIP staat erop dat iedere persoon die van de Vlaamse Overheid een persoonsvolgend budget heeft toegekend gekregen na het doorlopen van de aanvraagprocedure, dit persoonsvolgend budget ook krijgt. De Vlaamse Regering moet daar voldoende geld voor vrijmaken. Dit gaat over het respecteren van mensenrechten. Dat moet prioriteit zijn in onze democratie. We zijn een van de rijkste landen, voldoende geld voor recht op ondersteuning, recht op kwalitatieve huisvesting, recht op voldoende inkomen, enzovoort is een kwestie van politieke keuzes.
We zijn geen voorstander van het verdelen van geld dat de regering voor een bepaalde groep vrijmaakt over de leden van die groep. Dit kan aantrekkelijk lijken als het probleem van de wachtlijsten onoplosbaar lijkt. Maar het luidt een structurele afbraak van verworven rechten in.
Voor andere domeinen lijkt het ondenkbaar om zo'n afbraak van rechten te aanvaarden (halve weken school, een halve chemokuur, na tien jaar op de pensioenwachtlijst maar een half pensioen?).
Waarom durft men dit dan wel voor te stellen als het gaat over personen met een handicap?
We hoeven het niet normaal te vinden dat er met personen met een handicap zo wordt omgegaan. En dit tegen de eigen regelgeving in. Want een van de fundamenten van het decreet persoonsvolgende financiering is het toekennen van een ondersteuningsbudget op maat van de ondersteuningsnoden. Daarom doorlopen mensen een hele aanvraagprocedure, waarin onder meer wordt onderzocht hoe groot je ondersteuningsnoden zijn en hoe groot een budget op maat dan moet zijn. Eens het VAPH je een budget van een bepaalde hoogte heeft toegekend, mag men niet plots zeggen: "We geven je maar de helft". Dat druist volledig in tegen dit principe van ondersteuning op maat.
En waar eindigt dit? Wat is de volgende stap? Aan de volgende groep maar een kwart geven? Of aan 16.000 mensen maar 5% van hun ingeschaalde PVB?
Als we dit toelaten is het hek van de dam. Het zorgt voor nog meer ingewikkelde situaties, extra kopzorgen en verwarring, en de wachtlijsten zullen niet verdwijnen. Misschien zal men nog feller zeggen: "Het is niet zo dat de mensen op de wachtlijst níets hebben, ze hebben toch al iets, ze staan niet volledig in de kou".
GRIP past daarvoor en we vinden dat mensen die willen opkomen voor hun recht op ondersteuning via een stap naar de arbeidsrechtbank dit ook vlot moeten kunnen doen. Zelf voeren of financieren we geen rechtszaken voor mensen. Maar we zoeken wel naar andere manieren om het recht op ondersteuning te verdedigen. Daarom hebben we opdracht gegeven aan een advocatenbureau dat al is ingewerkt in de materie, om het experiment juridisch te onderzoeken en de juridische argumentatie te verzamelen in een modelverzoekschrift. Door dit gratis op onze website ter beschikking te stellen willen we de drempel op een structurele manier verlagen voor wie in beroep wil gaan.
Voor alle duidelijkheid: we zeggen níet dat mensen dit móeten gebruiken. Mensen zijn ook vrij om hun advocaat te kiezen. En sowieso: de beslissing om naar de arbeidsrechtbank te gaan is ieders vrije keuze. GRIP zegt níet wat mensen moeten doen. We schuiven dus níet, zoals Vlaams Volksvertegenwoordiger Vera Jans (CD&V) in de Commissie Welzijn van het Vlaams Parlement op 10 januari 2022 stelde "kwetsbare mensen een modelverzoekschrift voor de neus om ze daarmee naar de rechtbank te sturen".
Feit is dat de VAPH-materie zo ingewikkeld is en voor veel mensen heel moeilijk om te begrijpen. Het experiment is nóg ingewikkelder. Deze ingewikkeldheid zorgt ervoor dat de drempel om in beroep te gaan nog hoger wordt. En wij stellen ons vragen bij zo'n hoge drempel. In een rechtsstaat hoort de toegang tot de rechter geen theoretisch iets te zijn. Toch? De rechterlijke macht is nodig om de uitvoerende macht een halt toe te roepen als ze onwettige maatregelen uitvaardigen. En dat is volgens ons, in deze thematiek absoluut het geval.
Gerelateerde artikels









